te verhoogen. Die zijn al zooveel verhoogd tijdens de oorlogsjaren, dat wij eerder tot verlaging zouden moeten overgaan. Gelderland vraagt of het mogelijk is een instituut te stichten, waarbij de kleine middenstanders zich kunnen verzekeren tegen de gevolgen van ziekte.

Wij moeten een instituut hebben, waarbij de rechten van de medici en apothekers voldoende zijn gewaarborgd. Het komt ook voor, dat de patiënten vragen, of wij hun een „goed” middenstandsfonds kunnen opgeven. Wij weten daar nooit een antwoord op te geven. Ik heb in het Weekblad gelezen, dat de Maatschappij van Geneeskunst deze zaak ook behandelt en bepaalde middenstandsfondsen wil onderzoeken en daarvoor bepaalde voorwaarden wil stellen. Wanneer het fonds aan de gestelde voorwaarden voldoet, kan het worden goedgekeurd door de Maatschappij van Geneeskunst. Dit is dan voor de leden van die Maatschappij een waarborg, dat hun rechtspositie daar veilig is en de verplichtingen ten opzichte der patiënten goed worden nagekomen. ’s Gravenhage (de heer Wester): Er komen thans vele klachten voor over de middenstandsziekenfondsen. Wij voelen er voor om in de richting van de Maatschappij van Geneeskunst werkzaam te zijn, n.I. om de oprichting vaneen ziekenfonds voor den middenstand te bevorderen, waarvan men met gerustheid kan zeggen, dat het een soliede verzekeringsmaatschappij is. Daarnevens wil 's-Gravenhage er op aandringen, dat het Hoofdbestuur bij de Regeering de aandacht vestigt op deze middenstandsverzekeringen, het gewenscht acht, dat door de Verzekeringskamer controle wordt uitgeoefend op de uitkeeringen en het nakomen van alle andere verplichtingen, welke de middenstandsziekenfondsen op zich hebben genomen. De heer van Itallie: Dit onderwerp is reeds jaren lang in studie. Ik heb eenige jaren geleden deel uitgemaakt vaneen Commissie uit de Maatschappij van Geneeskunst, welke dit zou onderzoeken. Wij hebben ons werk moeten staken, omdat er geen geschikte gegevens waren, waaruit de te betalen premie kon worden afgeleid. Ik wil beginnen om het voorstel uitte schakelen, dat men de thans bestaande fondsen zou uitbreiden dooreen verhoogde welstandsgrens, of verschillende contributie, daar ik dit niet in het belang van eenige partij acht. De voorwaarden, welke de middenstandsfondsen in hun verzekeringspolis stellen, worden inden regel door de verzekerden niet gelezen en die komen zij dan eerst te weten, wanneer zij hulp noodig hebben. Gelukkig is inden laatsten tijd gebleken, dat de kantonrechter daarmede niet accoord gaat. ’s Gravenhage stelt voor ons tot de Regeering te wenden om te komen tot een toezicht van de Verzekeringskamer op de middenstandsziekenfondsen. Ik vraag mij echter af, of dit wel de goede weg is. IMljn meening is, dat het in het belang van de patiënten is uitstekend werkende ziekenfondsen te hebben met regeeringssteun.

1068