Noord-Brabant (de heer van den Dries): Mijnheer de Voorzitter. De beschikking over dit fonds is altijd geweest bij de Algemeene Vergadering. Ik zie geen reden dit te veranderen. Dat er tweederde der jaarlijksche rente besteed zou mogen worden, is op zichzelf onjuist. Wanneer er geld noodig is, wordt er een voorstel gedaan aan de Algemeene Vergadering.

De Voorzitter: Het Hoofdbestuur heeft gemeend, dat wij niet beter de nagedachtenis van Dr. G r es h o f f kunnen eeren, dan door met dit fonds nuttig werk te doen. Het zou nu kunnen voorkomen, dat door een spontane uiting van de Maatschappij een te groote greep uit dit fonds werd gedaan, waarover men enkele jaren later spijt zou kunnen hebben. Nemen wij dit voorstel aan, dan behoudt de Algemeene Vergadering toch nog altijd de macht, wanneer het een ernstige zaak betreft, daarin verandering te brengen. Het fonds is langzamerhand een fonds van eenige beteekenis geworden. Laten wij voor de toekomst zorgen, dat het zoo blijft. Het voorstel Noord-Brabant wordt door Limburg gesteund. Noord-Rrabant (de heer van den Dries): Müjnheer de Voorzitter. Het woord „spontaan” wordt door U wel een beetje verkeerd gebruikt. Ik kan mij niet voorstellen, dat de Algemeene Vergadering zoo iets zal doen. Het voorstel wordt in stemming gebracht en wordt aangenomen met 526 stemmen voor en 71 tegen (Haarlem, Limburg, Noord-Brabant). Derde Voorstel. Het Hoofdbestuur stelt, overeenkomstig art. 9 d Huishoudelijk Reglement, voor in 1927 aan daarvoor naar zijne meening in aanmerking komende apothekers-adsistenten, eene toelage uitte keeren van tezamen ten hoogste f 1000.—. (Zie voor Toelichting Pharm. Wkbld., blz. 591). De Voorzitter: Dit is hetzelfde bedrag, dat wij het vorig jaar beschikbaar hebben gesteld. Kan de vergadering zich daarmede vereenigen? De middelen van het fonds veroorloven het wel. Het voorstel wordt met algemeene stemmen aangenomen. Vierde Voorstel. De Algemeene Vergadering besluite tot het uitschrijven vaneen prijsvraag overeen der hieronder aangegeven onderwerpen: 1. Het werkzaam bestanddeel van de Flores Arnicae is tot heden slecht bestudeerd. Een nadere studie hiervan is gewenscht, evenals beantwoording van de vraag, of in andere deelen van de plant, met name inde onderaardsche deelen, hetzelfde of een verwant bestanddeel voorkomt. 2. Een vergelijkend onderzoek wordt gevraagd naar de bepalingsmethoden van glycerine in verschillende praeparaten. Hieronder vallen zoowel de pharmaceutische praeparaten, waaraan glycerine wordt toegevoegd als die ontstaat (zeepen) als voedingsen genotmiddelen (bier, wijn, enz.). Voor bekroning van ingekomen antwoorden wordt een bedrag van f 200. ter beschikking van het Hoofdbestuur gesteld, waarbij dit de

1059