caal oogpunt niet geoorloofd zou zijn en over 10 jaar moeten worden verdeeld. Mag ik vragen of naar aanleiding van deze opmerkingen nog iemand het woord verlangt?

Noord-Brabant tde beer van den Dries): Mijnheer de Voorzitter. Met genoegen heb ik gehoord, dat U het er mede eens is, dat de commissie voortaan een meer uitgebreid rapport moet uitbrengen. Ik geloof, dat wij het er over eens zijn, dat er een vaste regeling meet komen, wat als geldbelegging raag beschouwd worden en wat ten laste van het crediet moet komen. U zegt. dat U de balans een volgenden keer zal veranderen. Daarmee erkent ΓΌ, dat deze op het oogenblik niet juist is. Ik zou gaarne zien dat deze balans teruggenomen werd en een nieuwe gemaakt werd, die wij het volgend jaar te zien krijgen. De heer Valkis: Mijnheer de Voorzitter. Mag ik die balans van het Reserve-kapitaal even toelichten. Het pand te Zandvoort moet geheel afgescheiden worden beschouwd van het bedrijf Zandvoort, want bij elke apotheek kan het geval zich voordoen, dat de apotheker eigenaar is van het pand of dat hij het huurt. Het pand kan niet ineens worden afgeschreven tot de verkoopwaarde van het oogenblik. Dit heb ik in overleg met een deskundige vastgesteld. De Voorzitter: De vergadering heeft de toelichting van den vorigen penningmeester gehoord en ook vernomen, dat hij een accountants advies heeft ingewonnen. Ik geloof, dat wij verstandig doen de zaak het volgend jaar ineen behoorlijken vorm na deskundig advies aan de vergadering voor te leggen. Ik zou willen vragen, of de vergadering zich daarmede vereenigen kan. Noord-Brabant tde heer van den Dries): Dus de balans over 1925 staat nog niet vast. Het volgend jaar komt er weer een balans en winst- en verliesrekening over 1925. De heer van den Berg: Mijnheer de Voorzitter. Voor zoover ik mijn opinie gevormd heb, zie ik geen bezwaar aan het verzoek van Noord-Brabant te voldoen. Ik stel mij voor, dat wij beter te voorschijn kunnen komen met de werkelijke waarden dan met een misschien door verbouwingskosten en inrichting te hoog opgedreven waarde op de balans. Ik zie er geen bezwaar in, de balans over 1925, misschien gewijzigd ter kennis te brengen van de Algemeene Vergadering het volgend jaar. De Voorzitter: Ik schaar mij aan het advies van den penningmeester. Heeft niemand bezwaar daartegen? Dan is aldus besloten. VII. Verslag van de Commissie van Redactie van het Tijdschrift. Voor kennisgeving aangenomen. VIII. Verslag van de Commissie voor Wetenschappelijke Inlichtingen. Voor kennisgeving aangenomen. IX. Verslag van het Toeslagfonds. Amsterdam (de heer Jonkman): Mijnheer de Voorzitter. In het departement Amsterdam is de vraag naar voren gekomen, of de bij-

1048