van Haarlem. Ik kan den afgevaardigde verzekeren, dat ik het geen oogenblik beschouwd heb als een onaangenaamheid tegenover mijn persoon. De geheele interpellatie was alleen minder geschikt voor een openbare vergadering.
Nog iets anders is er, dat ik mij persoonlijk aantrek. Het samenstellen vaneen jaarverslag is geen sinecure. Het is uiterst moeilijk selectie te houden van hetgeen gebeurd is. Met nadruk wil ik verzekeren, dat men niet altijd aan het papier kan toevertrouwen, wat men gedaan heeft; zelfs in deze besloten zitting zou ik er voor huiveren alles op te noemen, wat het Hoofdbestuur verricht heeft. Het zou zeer ontactisch zijn om zelfs nu, waar wij vertrouwelijk bijeen zijn, dit naar voren te brengen. Ik hoop, dat de afgevaardigden goed zullen bedenken, wanneer zij ineen jaarverslag lezen, dat om redenen van tactischen aard het minder gewenscht is, iets kenbaar te maken, dat dit goed overwogen staat neergeschreven en niet een zin is, om een einde aan het onderwerp te maken. Het wil dan zeggen, dat het van het grootste belang is, dat die zaak voorloopig geheim blijft. Ik hoop, dat U dit gelooven zult en verder vertrouwen wilt stellen in hetgeen het Hoofdbestuur gedaan heeft en blijft doen. Utrecht (de heer van Zanten): Mijnheer de Voorzitter. Ik zou een enkele vraag wilen stellen. U heeft zooeven op het succes gewezen van het schrijven, dat U heeft rondgestuurd. U hebt ook gezegd, dat U niet overal succes heeft gehad. Denkt het Hoofdbestuur die laatste gevallen te laten rusten of blijft men daaraan werken? De Voorzitter: Dit is betrekkelijk een zaak van taktiek. Wij laten deze gevallen niet rusten maar doen wat mogelijk is. ledere zaak moet op zichzelf worden beschouwd en behandeld. IV. Mededeelingen van het Hoofdbestuur naar aanleiding van besluiten van vorige algemeene vergaderingen. De Voorzitter: Daarvoor verwijs ik naar het jaarverslag. Ik wil er echter een mededeeling aan toevoegen. De Commissie, welke benoemd is voor de bestudeering van het vraagstuk der vennootschappelijke- en filiaalapotheken is met haar werk gereed. Het rapport kon echter nog niet in deze Algemeene Vergadering gc* bracht worden. Het zal waarschijnlijk spoedig gepubliceerd worden en aan de departementen ter behandeling worden gegeven. Het gevolg zal waarschijnlijk zijn, dat door de Commissie of het Hoofdbestuur voorstellen worden uitgewerkt voor de volgende Algemeene Vergadering. Het doet ons genoegen, dat het werk, hetwelk moeilijk was, teneinde is en het rapport zeer spoedig kan verwacht worden. VI. Rekening en verantwoording door den Penningmeester der Maatschappij en verslag omtrent het onderzoek dezer rekening door de Commissie voor het Toezicht op het Geldelijk Beheer. De Voorzitter: Naar aanleiding daarvan is een schrijven ingekomen van den heer van den Dries, afgevaardigde van het departement Noord-Brabant. Waarschijnlijk wil de heer van den Dries dit schrijven ook nog mondeling toelichten. Noord-Brabant (de heer van den Dries): Mijnheer de Voorzitter.
1045