Berichten.

Plichten en rechten. In het Orgaan van den Algemeenen Apothekers- Adsistenten-Bond is een lijstje cpgenomen, dat vrij bewerkt is naar een Fransch voorbeeld, dat in „Le Pilon” van Oct. 1925 is opgenomen. 'De rechten gaan voorop; het zijn: Een rechtmatige en voldoende belooning. Een jaarlijksche rusttijd met behoud van loon (in het belang van het werk en van het huisgezin). Een ruime jaarwedde en een rustigen ouden dag (beschut tegen de zorgen). Collega’s oud en jong, ziedaar ons ideaal, ziedaar onze zon, laten wij de phalanx vormen, die ons in staat stelt, om alle hinderpalen omver te werpen, ten einde dit doel te bereiken! De plichten zijn: De vergaderingen trouw bezoeken. Het afdeelingsbestuur helpen bij zijn moeilijke en zware taak. Ons bondsprogram overal verdedigen en er progaganda voor maken. De weerspannigen en de lauwen terugvoeren. Ons Bondsorgaan bekend maken en de redactie helpen. Advertentiën aanbrengen en abonné’s. Het komt ons voor, dat de plichten nu niet precies in verband met de rechten staan. Men zou zoo denken, dat, wanneer men, en dit terecht, een goede belooning voor het werk en behoorlijke rust na het werk verlangt, dat dan daaraan vooraf moet gaan als eerste plicht een volledige toewijding aan hem, die daadwerkelijk toont, oog te hebben voor de rechten van zijn ondergeschikten en niet inde eerste plaats het bevorderen van vereenigingsbelangen. Een Pharmacopee-aankondiging inden geest der tijden. Ineen circulaire, waarin wordt aangekondigd, dat de nieuwe uitgave van de Duitsche Pharmacopee waarschijnlijk inden loop der maand Juli zal verschijnen, worden „die Interessentenkreise gebeten schon jetzt Bestellungen über den Bedarf an Arzneibüchern beiden Buchhandlungen aufzugeben.” Het moderne zit hier inde groepen van personen, die men tot de belanghebbenden bij de verschijning van de Pharmacopee rekent. Het zijn: „Drogenhandlungen, die pharmazeutische und chemische Industrie, Privat-Aerzte, Privat-Krankenhaüser, Sanatorien”, de apothekers worden er niet meer toe gerekend. Rondreizende tentoonstelling der Duitsche Vereeniging tegen de kwakzalverij. Na afloop van de Gesolei zal de afdeeling „kwakzalverij” van deze tentoonstelling, vermeerderd met nieuw materiaal, een rondreis maken door Duitschland als waarschuwend voorbeeld tegen het gebruik van de steeds in aantal toenemende kwakzalversmiddelen. Het secretariaat dezer vereeniging, Motzstrasse 36, Berlin-Wilmersdorf, vraagt reeds nu opgave van de plaatsen, waar eene tentoonstelling op dit gebied kan worden gehouden, omdat de

958