va zijn ambt van nut zijn. Er werd nog door vele anderen het woord gevoerd, doch het zou te ver voeren, die alle te vermelden. De toespraken volgden elkaar in steeds sneller tempo op en het was niet veel voor middernacht, dat de tafelvoorziiter met een woord van welgemeenden dank dezen feestmaaltijd ophief. Woensdagmorgen. De Voorzitter heropent te + half 10 de vergadering. Voorstellen der Departementen. Voorstel van het Departement Amsterdam. Noord-Holland licht zijn amendement nader toe en geeft eerst de geschiedenis van deze questie. Noord-Holland wil de besturende macht van onze Maatschappij met vol vertrouwen leggen inde handen vaneen Hoofdbestuur, maar wil het daarom vrij groot maken, daar anders de verantwoordelijkheid van elk lid van het H.B. te groot wordt. Daarom, uit practisch en ideëel oogpunt, wenscht Noord-Holland 7 hoofdbestuursleden. Limburg zegt, dat de questie van uitbreiding van het H. B. ’t vorige jaar reeds ter sprake is gekomen; hoe juist het groote Departement Amsterdam er toe gekomen is, dit voorstel te doen. weet spreker niet. Is het misschien wroeging? Limburg bedankt in elk geval Amsterdam voor zijn initiatief in deze. Wel acht Limburg een even aantal Hoofdbestuurders ongewenscht en steunt dus het amendement-Aroorf/-//o//flm/. Limburg zou graag zien een soort gewestelijike vertegenwoordiging. Rotterdam kan zich niet vereenigen met de denkbeelden van Amsterdam, ziet in het H. B. een vertegenwoordiging van den apothekersstand; de keuze moet daartoe zoo gemakkelijk mogelijk zijn. Het aantal beschikbare mannen dekt niet het aantal geschikte mannen. Rotterdam acht een aantal van 7 hoofdbestuursleden niet noodig. Rotterdam vraagt den Secretaris, of, met het oog op de werkzaamheden, uitbreiding van het H. B. noodzakelijk is. Hoe kleiner een college is, des te sneller geschieden de werkzaamheden. ’s-Gravenhage heeft het voorstel alleen gesteund, om bespreking mogelijk te maken, zonder zijn stem voor dit voorstel toe te zeggen. ’s-Gravenhage voelt niet voor de uitbreiding, vooral niet, omdat het geen verlichting van werkzaamheden zal brengen voor hen, die die werkzaamheden voornamelijk verrichten. Om betere vertegenwoordiging der kleine Departementen te verkrijgen, zou imperatief vastgesteld moeten worden, hoeveel zetels voor hen beschikbaar zijn. Anders zal ten slotte toch

900