maagd,mits deze van de gereformeerde religie was, ongehuwd en boven de 40 jaar.

Een andere herinnering gaat terug naar 1621, toen apotheker Pieter JansenS p lint er burgemeester van ’s-Gravenhage was. De hoogleeraar Frederik Ruysch begon in 1661 zijn loopbaan als apotheker te ’s-Gravenhage. De bekende geneesheer Martinus Wilhelm Schwenke, later hoogleeraar aan het Collegium Medicum, Chirurgicum et Pharmaceuticum, richtte den eersten kruidentuin op. Maar ook uit oude geschriften van het gemeente-archief kan men bemerken, dat Burgemeester en Wethouders van ’s Gravenhage niet alleen voor een goede geneesmiddelverzorging van Haagsche burgerij een open oog hadden, maar daarnevens ook een vaderlijke zorg voor de beoelenaren der artsenijbereidkunst wisten te handhaven. In 1668 werd door het Stadsbestuur reeds een eerste Pharmacopoea Hagana uitgegeven, waarvan in 1738 en 1758 herdrukken verschenen. Toen zekere J o hannes de Cros zich in 1762 verstoutte, om daarvan een vertaling uitte geven, die volgens de Edelachtbare Heeren Schout en Burgemeesteren van fouten krielde, verscheen er eene resolutie, waarin den apothecarissen gelast werd, zich te gedragen naar de Latijnsche uitgave. Van jongeren datum is het optreden als wethouder voor het onderwijs van onzen betreurden collega Dr. Mout on, die voor 30 jaar een zoo goeden invloed op de ontwikkeling van het Haagsche onderwijs heeft uitgeoefend. Mijnheer de Burgemeester,-met deze herinneringen van pharmaceutischen aard, die betrekking hebben op het verband tusschen de geschiedenis van ’s-Gravenhage en de pharmacie, dank ik U voor dit vernieuwde bewijs van belangstelling onzer gemeente inde lotgevallen van de beoefenaren der pharmacie.” Dinsdagavond. Te half acht verzamelde men zich in het Hotel De Witte Brug, waar de feestmaaltijd plaats vond, waar ruim 125 dames en heeren aanzat’en. De voorzitter van het Dept. ’s-Gravenhage heette allen welkom, daarbij in het bijzonder de gasten toesprekende, het eerelid Prof. va n 11 all ie, den vertegenwoordiger van het Gemeentebestuur van ’s-Gravenhage Dr. Vander Meulen, de beide Belgische collega’s de Heeren SchamelhoutenVanSchoor, de rapporteurs van de ’s middags gehouden Voedingsmiddelconferentie

898