De Voorzitter stipuleert uitdrukkelijk, dat de Eereraad niet is een lichaam, dat straft, maar dat de leden nader tot elkaar wil brengen, wanneer er questies rijzen. Overijsel staat op de mogelijkheid van royeeren en wil een bepaling daaromtrent hebben. Noord-Brabant acht opname vaneen dergelijke bepaling niet noodig. Het voorstel van het H. B. wordt aangenomen met 28 stemmen tegen. De Heer Tromp Visser neemt zijn benoeming als lid van den Eereraad aan. Art. 83 wordt aangenomen met de door ’s-Gravenhage voorgestelde restrictie, dat de leden moeten zijn lid van de Maatschappij. Limburg vraagt aanvulling van art. 86, in zooverre, dat de uitspraak moet worden medegedeeld ook aan belanghebbenden en aan het Departementsbestuur. Overijsel wil de redactie van art. 84 wijzigen in zooverre, dat een aftredend lid niet als plaatsvervangend lid „verkiesbaar” zal zijn, in plaats van „herkiesbaar”. Tweede voorstel van het Hoofdbestuur. Art. 78. Noord-Brabant acht het niet noodig, de beschikking over het Greshoff-fonds aan de Algemeene Vergadering te ontnemen, en wil de zaak laten zooals ze is. Het H.B. wil dezelfde taktiek volgen als bij het Ondersteuningsfonds. Het voorstel van het H. B. wordt als zoodanig aangenomen. Derde voorste! van het Hoofdbestuur. Wordt met algemeene stemmen aangenomen. Vierde voorstel van het Hoofdbestuur. Prijsvragen. Rotterdam acht de eerste prijsvraag van weinig belang en wenscht de tweede aangevuld te zien met een onderzoek naar de rol van de glycerine in verschillende preparaten. Limburg acht beantwoording vaneen physiologisch vraagstuk niet op onzen weg. Prof. van der Wielen als lid van de Cie. voor Wetenschappelijke Inlichtingen wil het eerste vraagstuk over de Flores Arnicae, als van zuiver wetenschappelijk belang, in bescherming nemen. Wat de opmerking van Rotterdam over de rol der glycerine betreft, zou spreker er graag een derde prijsvraag van gemaakt willen zien, maar deze questie niet willen koppelen aan de tweede prijsvraag. „De rol, die de glycerine speelt bij de bereiding van phar-

891