niet oorspronkelijk, beeld te gebruiken, we zagen ook in ons vak reactieversnelling, waar het de zorg voor materieele belangen betrof, doch reactievertraging ten opzichte van de ideëele beginselen, die van oudsher bij ons geleefd hebben.
Het is een somber beeld, dat het jaar, waarin ons Dept. de laatste maal de eer had, Uw vergadering- te ontvangen, te zien gaf en vergelijken wij daarmede den toestand van thans, dan is ongetwijfeld een gevoel van dank overheerschend, dat die tijden van druk voorbij zijn. Het commercieele gedeelte van het beroep verkeert weer in normale omstandigheden, de materieele positie des apothekers is in het algemeen zeker beter geworden en daarmede ook die van ons, zoo onmisbaar, personeel, zoodat, wanneer we beide jaren met elkaar vergelijken, de algemeene indruk zeker deze is, dat na de duisternis van toen het in vele opzichten weer licht is geworden. Hoezeer hierin reden tot verheugenis en blijdschap gelegen is, toch is de tijd van heden voor hem, die er zich toe zet. dieper door te dringen in hetgeen er leeft en werktin de vaderlandsche Pharmacie, geenszins zonder groote zorg voor de toekomst. Ik sprak zoo juist van reactievertraging ten opzichte van de behartiging van de ideëele belangen van ons vak en men zou hebben mogen hopen, dat met den terugkeer van meer normale sociale toestanden, ook die reactie haar normale snelheid weder teruggevonden zou hebben. In dit opzicht stelt echter het tegenwoordig oogenblik ernstig te leur en als gevolg daarvan ziet men, dat het aantal misstanden inde uitoefening van ons vak gedurende de laatste jaren hand over hand is toegenomen. Niet overal is de toestand even weinig bevredigend, maar er is toch wel geen enkel Departement, dat zulke misstanden niet weet aan te geven en het is merkwaardig, te zien, hoe zelfs personen, van wie men krachtens hun levensbeginselen zou mogen verwachten, dat zij hun beroep niet louter van de materieele zijde zouden bezien, maar er prijs op zouden stellen, in hun dagelijksch werk te toonen, dat die beginselen een levende kracht ten goede zijn. deerlijk tegenvallen kunnen. Ziet, in dit hand over hand toenemen van toestanden en opvattingen, die met een waardige uitoefening van ons beroep niet overeen te brengen zijn, ligt m.i. een zoo groot gevaar voor de toekomst der Pharmacie, dat dit duidelijk uitte spreken plicht geacht kan worden. Ik hoor mij de vraag toeroepen, of ik niet overdrijf en de zaken niet dooreen veel te donkere bril zie. Het is mogelijk, dat dit het
883