De Heer vandenDries verkrijgt thans het woord, om zijn standpunt uiteen te zetten-
Nieuw is een bespreking van deze materie geenszins; beide rapporteurs grijpen naar vroegere voorstellen terug eu ook de Maatschappij heeft al voorstellen in deze questie gedaan. Het richtsnoer voor alle besprekingen is altijd geweest; het algemeen belang, waarbij het groepsbelang ten achter moet staan. De beide partijen: zij, die de geneesmiddelen noodig hebben, en zij, die ze verschaffen, moeten niet als vijandige partijen tegenover, maar als vriendschappelijke naast elkaar staan. Maar is voor het algemeene belang gezorgd, dan moet daarnaast gezorgd worden voor een menschwaardig bestaan van den apotheker. Er is een goede verdeeling van apotheken noodig, daarnaast behoud van doktersapctheken, die spreker beter acht dan een soort tweede-rangs-apothekers-apotheken. Dus: overal apotheken, maar nergens meer dan er noodig zijn. De uitvoering hiervan zal moeilijkheden met zich brengen. De bevoegdheid van den arts tot het houden vaneen apotheek zal opzegbaar moeten zijn, wanneer de omstandigheden anders worden. Licentie- en concessiestelsel hebben bezwaren. Art. 194 der Grondwet opent de mogelijkheid, dat naast het centrale gezag besturende macht wordt gegeven aan bepaalde corporaties. Er moet komen ordenend gezag, dat we zelf kunnen zijn, de Nederlandsche Maatschappij ter Bevordering der Pharmacie (dus het Engelsche stelsel, zooals dat geschiedt door de Pharmaceutical Society of Great-Britain). Spreker geeft een schets van de wijze, waarop hij zich die regeling voorstelt. De Maatschappij maakt een kaart van Nederland en distribueert apotheken, deze geleidelijk verplaatsend van het teveel der grootere plaatsen naar het platteland. Als overgangsmaatregel zal voor den goodwill van de thans bestaande apotheken betaald moeten worden. Misschien zou door premievrij pensioen gezorgd kunnen worden voor de apothekers en hunne nabestaanden. Het bezwaar van machtsmisbruik, van mogelijk uitbuiten van het publiek, moet worden ondervangen door aanstelling vaneen ambtenaar, die daartegen waakt. Zoo zou op economische manier gezorgd kunnen worden voor de gcneesmiddelenverzorging, terwijl de apotheker blijft de beheerder van zijn apotheek. De vrije vestiging is een „luk-raak”-systeem, dat een
878