van medicinale vergiften met bijzondere voorzorgen te omgeven. Genees- en artsenijbereidkunst worden zooveel mogelijk gescheiden. Bijzondere zorg is door de Regeering na de invoering der nieuwe pharmaceutische wetten gegeven aan het brengen op hoog wetenschappelijk niveau van hen, aan wie de uitoefening der artsenijbereidkunst mag worden toevertouwd. De opleiding van den apotheker in Nederland behoort tot de beste der wereld. De handhaving der pharmaceutische wetten bleek echter in den loop der jaren niet wel mogelijk. De oorzaken hiervan zijn: 1. Het ontbreken vaneen omschrijving van wat onder „geneesmiddel'’ moet worden verstaan. Ik heb in mijn rapport aangegeven, op welke wijze wettelijk kan worden aangegeven, wat oen geneesmiddel is. Inde eerste plaats alles, wat door den fabrikant of den verkooper als geneesmiddel inden handel wordt gebracht; inde tweede plaats een aantal met name te noemen stoffen. 2. Het verkrijgen, uitsluitend dooreen examen, van de bevoegdheid, om het apothekersbedrijf uitte oefenen. Hierdoor is het mogelijk geworden, dat bezitters vaneen apothekersdiploma door het enkel verhuren van dit diploma het drijven vaneen apotheek door daartoe niet bekwamen en niet bevoegden mogelijk hebben gemaakt. Er zijn moeilijk termen te vinden voor de meineedigen, die op deze wijze zich een inkomen door het verhuren van hun diploma hebben verschaft en hoever het gebrek aan moreel verantwoordelijkheidsgevoel kan gaan. bewijst het feit, dat er talrijke gevallen zijn, waarbij de apotheker, die zijn diploma tegen zekeren jaarlijkschen huurprijs ter beschikking vaneen of anderen apotheekexploitant heeft gesteld, op kilometers afstand van de apotheek, die met zijn naara als dekmantel wordt gedreven, woont. In 1895 heeft de kantonrechter te Oud-Beierland reeds vastgesteld, dat dit in strijdwas met de wet; de arrondissementsrechtbank te Dordrecht heeft dit toen bevestigd. In 1925 is in Goes een zelfde zaak aan de orde gesteld; ook daar is tot in hoogste instantie uitgemaakt, dat zoowel de onbevoegde exploitant als de apotheker zich schuldig maken aan wetsovertreding; in Purmerend heeft zich dit in 1926 herhaald, maar in die mate is onverschilligheid voor wet en rechterlijke uitspraak op dit gebied gekweekt, dat men in

867