uitgeroeid en terwijl den apothekers nieuwe verplichtingen werden opgelegd, die zij ook bereid waren, te aanvaarden, werden er geen maatregelen genomen, om de misbruiken, die bij den verkoop van geneesmiddelen buiten de apotheek plaats hadden, te keeren. De verkoop van geheimmiddelen werd den apothekers verboden, maar met dezelfde wet waren geneeskundige raden en gerechtelijke ambtenaren machteloos, om dezen verkoop te verbieden aan hen, die niet bevoegd waren tot de aflevering van geneesmiddelen. Ondanks het feit, dat het verbod van dezen verkoop uitsluitend in het algemeen belangwas gesteld, om de schade tegen te gaan, welke deze kwakzalversmiddelen aan de gezondheid konden toebrengen, werd niet ingegrepen, om aan dit bedrog paal en perk te stellen. Ook de opleiding der apothekers had dringend verbetering noodig; de opleiding, welke plaats vond aan klinische scholen, werd in 1878 bij de regeling van het hooger onderwijs, evenals die van geneeskundigen, naar de Universiteit gebracht. Het Hoofdbestuur achtte nu ook den tijd gekomen, om een programma op te stellen voor het universitaire pharmaceutisch onderwijs, waarvan zoowel aan den Minister als aan den Gemeenteraad van Amsterdam werd kennis gegeven. Uit al deze handelingen blijkt een krachtige actie der Mij., om de Pharmacie te steunen inde moeilijke economische omstandigheden, waarin zij verkeert en daarnaast het streven, om ook in wetenschappelijk opzicht de artsenijbereidkunde in ons land te bevorderen, inde eerste plaats, door er voor te zorgen, dat in ons land een opleiding wordt gegeven, die niet bij die in andere landen in Europa achter staat, daar de apotheker voor de richtige uitoefening van zijn beroep een wetenschappelijk man moet zijn. Een nieuwe phase was ingetreden met de invoering dezer wetten, waarvan veel verwacht werd, maar waarbij ook veel teleurstellingen werden ondervonden. Ik herinner hier aan den strijd, welken de Mij. reeds vanaf den beginne heeft aangebonden tegen kwakzalverij. Reeds in 1865 werd eene Commissie benoemd voor het onderzoek van geheime geneesmiddelen en in 1868 werd deze taak uitgebreid, dooreen onderzoek in te stellen, op welke wijze de verkoop vanl geheimmiddelen op wettige wijze zou kunnen worden tegengegaan. Het verzet der apothekers, om aan dezen verkoop mede te werken, had deze geheimmiddelen naar de verkoophuizen en andere winkels doen verhuizen en uiteen verslag van den geneeskundigen raad van
860