Beroepsbelangen.
Middenstands-Ziekteverzekering, Het standpunt, dat de Maatschappij tot bevordering der Geneeskunde naar het oordeel der S. C. behoort in te nemen, wordt aangegeven ineen rapport in het bijblad van het Ned. Tijdschrift voor Geneeskunde van 19 Juni 1926. Reeds jarenlang heeft de Maatschappij hare aandacht aan dit onderwerp gegeven, en meerdere rapporten van commissies, daarvoor ingesteld, hebben de kwesties, waarom het ging, niet verder gebracht, want het standpunt der Maatschappij is nog altijd, dat de geneeskundigen met deze verzekering en dus ook met de betreffende maatschappijen niets te maken hebben. Deze verzekering is eene zaak tusschen het publiek en de verzekeringsondernemingen; of een patiënt verzekerd is of niet, raakt zijne verhouding niet tot den geneeskundige, wel tot de verzekeringsmaatschappij. Het moeizaam werk, door vorige commissies verricht, om statistische en andere gegevens bijeen te brengen en alzoo premies te berekenen, heeft resultaten van weinig beteekenis gebracht, want de vraag is, of men die cijfers zonder eenig voorbehoud kan accepteeren. Het feit, dat de specialistische hulp voortdurend toeneemt en kostbare outillage noodig maakt, is oorzaak, dat de middenstandspatiënt, bij wien men ook serologisch onderzoek, Röntgendiagnostiek, stralentherapie, bacteriologisch en biochemisch onderzoek, radiotherapie, enz. wil toepassen of die genoodzaakt is, eene operatieve behandeling te ondergaan; voor kosten komt te staan, die niet zoo eenlvoudig in statistieken zijn te verwerken. De S. C. acht het, evenals vorige commissies, niet gewenscht, dat de Maatschappij zich met het vraagstuk dezer verzekering inlaat; door den concurrentiestrijd zullen de premiën beter gericht worden dan alle berekeningen vermogen. Het eenige desideratum is, dat de geneeskundige hulp, die den verzekerde wordt verstrekt, aan den eisch voldoet, afdoende te zijn. Vandaar, dat zij komt tot het normaliseeren van eischen aan de iMiddenstandsziekteverzekeringsmaatschappijen (M. V.), om de goedkeuring der Ned. Mij. tot bevordering der Geneeskunst te verkrijgen. Deze voorwaarden, gewijzigd door het Hoofdbestuur dezer Mij., zijnde volgende; 1. Onder M. V. wordt verstaan ziekteverzekering met uitzondering van andere verzekeringen, bij gezinnen met een welstandsgrens van 6000 gld. en wel uitsluitend op den grondslag van onderstaande bepalingen; 2. Alle leden van het gezin moeten verzekerd worden, behoudens het recht van afkeuring vaneen of meer leden door de M. V. vóór het aannemen der verzekering, en behoudens verplichte verzekering vaneen of meer leden uit anderen hoofde. 3. De M. V. heeft het recht van keuring van candidaat-verzekerden naar eigen goeddunken, met uitzondering van pasgeboren kinderen ineen verzekerd gezin, welke zonder keuring moeten worden aangenomen. 4. De M, V. heeft niet het recht, eenige verzekering op te zeggen in verband met den (minder goeden) gezondheidstoestand van den verzekerde.
844