Faex medicinalis en Extractum Faecis. Het doel van deze nieuwe aansporing tot het gebruik van gist is alweer het streven, om Duitschland minder afhankelijk te maken van het buitenland. Er zou veel geld gespaard kunnen worden, dat thans besteed wordt aan zoethout, drop en Liebig’s vleeschextract. V. I. Alpha-furildioxime als een reagens voor het bepalen en aantoonen van nikkel. B. A. Sou le, J. Amer. Chem. Soc. 47, 981 (1925). Door Tschugaeff (1905 en 1908) zijn reeds 12 verschillende dioximen bereid, waarvan er slechts twee inde analyse worden toegepast. Brunck (1907) stelde het gebruik vanz -dimethylglyoxime voor, dat echter een zeer duur reagens is; Atack (1913) heeft het gebruik van z -benzildioxime aanbevolen. Dit reagens kan gemakkelijk worden bereid, heeft echter het nadeel van zeer moeilijk oplosbaar te zijn, waardoor het met het nikkelpraecipitaat kan uitkristalliseeren. Sou 1e heeft nu de eigenschappen van -furildioxime nagegaan, in de hoop, hierin een goedkooper reagens te vinden, dat tevens in water oplosbaar is. Het heeft de formule:

Bereiding: Handelsfurfurol wordt eerst in furoïne en daarna volgens de methode van Fis c her (1881) in furil omgezet. Het laatste smelt bij 160° en wordt zonder verdere zuivering met hydroxylaminechloride onder terugvloeiing gekookt bij aanwezigheid van methylalkchol. Het zoo verkregen oxime bevat een geringe hoeveelheid verontreiniging (furoinoxime?) en is voor gebruik inde qualitatieve en quantitatieve analyse eerst geschikt na omkristallisatie uit alkohol. Door oplossen in warm water kan men ongeveer een 2 pCt. oplossing verkrijgen. Het reagens is zeer gevoelig voor het aantoonen van nikkel. Bij 225 cm*, oplossing voegt men 2 cm3, verdunde ammonia (1 :4) en 0,1 cm3. 10 pCt. alkoholische * -furildioximeoplossing. Nu schudt men 30 seconden krachtig en filtreert. Bij aanwezigheid van 0,2 mg. nikkel per liter blijft nog een duidelijk rood praecipitaat op het filter. De concentratie der ammonia komt er nogal op aan; voegt men te weinig toe, dan is de vloeistof niet voldoende alkalisch; een overmaat schaadt dooreen oplossende werking op het neerslag. Ammoniakale zilver-, koper- en zinkoplossing blijven onveranderd met het reagens; daarentegen krijgt een ammoniakale kobaltoplossing een donkerder kleur. Om nikkel naast kobalt aan te toonen, past men het voorschrift

841