van 1890 door Lapis Pumicis vervangen, doch in 1894 in deze nieuwe uitgave wederom in ©ere hersteld. Naast Unguentum Wilkinsonii vindt men in verschillende
pharmacopeeën voorschriften, welke voor hetzelfde doel gebruikt worden en in samenstelling eemige overeenkomst met deze zalf vertoonen. De Pharmacopoea Belgica bevatte een Unguentum sulphuratum, Unguentum ad Scabiem loco Unguentum Jasseri. bestaande uit Sulphur sublimat. venale 2 unc. Sulphas Zinci 1 „ Oleum laurinum 3 „ Axungia Porei 6 „ Dit voorschrift is inde eerste uitgave der Pharmacopoea Neerlandica van 1851 onveranderd overgegaan met weglating van liet synoniem „loco Jasseri” en verandering van het medicinaal gewicht in „partes.” Inde Editio altera van 1871 vervalt ook het synoniem „Unguentum ad scabiem” en tevens wordt de Oleum laurinum weggelaten en vervangen dooreen gelijke hoeveelheid reuzel. Maar in deze zelfde uitgave wordt voor het eerst opgenomen Unguentum viennense, dat men te vergeefs in andere pharmacopeeën zal zoeken en dat bestaat uit: Carbonatis kalici 2 Sulfuris sublimati 3 Picls liquidae 3 Saponis viridis 6 Axungiae 6 Vergelijkt men het jaar 1871, waarin deze pharmacopee verscheen, met het jaartal 1869, waarin het door II c b ra gewijzigde voorschrift van Unguentum Wilkinsonii werd opgenomen inde „Heilformeln der Wiener Kliniken”, dan merkt men tevens op. dat de verhouding der cijfers en de samenstelling in beide voorschriften alleen daarin verschilt, dat in plaats van Carbonas calcicus inde pharmacopee voor dit Unguentum viennense 2 deel en Carbonas kalicns worden voorgeschreven. Het lijkt zeer aannemelijk, dat met deze Weener zalf het Weener voorschrift voor Unguentum Wilkinsonii bedoeld is en dooreen lapsus
832