NEDERLANDSCHE MAATSCHAPPIJ TER BEVORDERING DER PHARMACIE.
75ste ALGEMEENE VERGADERING, Amendement van het Departement Noord-Holland op het voorstel van het Departement Amsterdam. Men leze inden óen regel: zeven inplaats van zes. Toelichting. Behalve hetgeen Amsterdam tot aanbeveling van het voorstel zegt en dat dezerzijds ten volle beaamd wordt, wenscht Noord-Holland nog het volgende toe te voegen: Ic, Het is het eens met het Hoofdbestuur, dat een oneven aantal leden beter is, dan een even aantal op de reeds aangevoerde gronden. 2e. Acht het een zevental bestuurderen voor eene vereeniging als de onze inden tegenwoordigen tijd bepaald noodig. In 1911 kon Amsterdam nog terecht voorstellen, dat een 5-tal leden voldoende was. Sinds dien tijd, en dat zal iedereen wel moeten toegeven, is het werk van het Hoofdbestuur ontzettend uitgebreid, en zijnde gevolgen van zijne besluiten voor de leden van het allergrootste belang geworden (men denke maar even aan het Ziekenfondswezen). En voor alle Bestuursfuncties staat het H, B. feitelijk alleen. Wel heeft men ten Isten de adviseurs en ten 2den de Algemeene Vergadering: maar geen van beiden kan eigenlijk iets doen om de taak van het H. B. te verlichten. De adviseurs al niet, omdat zij geen enkele verantwoordelijkheid hebben, geen besluiten mogen nemen, terwijl het H. B„ ondanks de gegeven adviezen, toch verantwoordelijk blijft voor alles wat het d?et- „ ' kan dat instituut dan ook wel veilig zonder eenige schade atschaffen. (Inde 15 jaar van zijn bestaan is het 3 a 4 maal bijeengeroepen en is éénmaal schriftelijk advies gevraagd). En wat de Algemeene Vergadering betreft, de agenda van deze bijeenkomst is gewoonlijk zoo overladen met reglementswijzigingen dat behalve de begrooting en het aangeven van nieuwe paden in grove i.inen niets meer afgedaan kan worden, vooral waar voedingsmide enscheikunde en feestelijkheden ook hun tijd vragen. Daarom, wijl et Bestuur bij het Hoofdbestuur berust, zijn daarvoor noodig zeven van onze beste leden, uit alle deelen van ons land afkomstig. Een geringer aantal zou de verantwoordelijkheid van elk lid te groot maken. Mocht later inde praktijk blijken, dat toch weer alle Hoofdbestuurders uit de groote Departementen worden verkozen, dan kan dooreen reglementswijziging hieraan wel paal en perk worden gesteld. Voorloopig kan dit echter rustig worden afgewacht.
797