vindt zich natuurlijk een groot aantal, dat reeds geruimen tijd gevestigd was. Zeker is het, dat de thans levenden ten minste 75 jaar oud moeten zijn. Verder zijn die 19,985 personen verdeeld naar de beginletters en zien wij, dat, even als in ons land, de namen, met B en S beginnend, het meest voorkomen. Ook blijkt, dat de vroeger dooreen aantal „timorous souls of the strenger sex” uitgesproken vrees, dat de pharmacie overweldigd zou worden, door hetgeen „ungallant John Knox” aanduidde als „the monstrous regiment (rule) of women”, niet gerechtvaardigd was. Het aantal vrouwen is 7 pCt. Uit het register is niet te zien, hoeveel vrouwelijke apothekers „have exchanged single blessedness for wedded bliss”. Maar wanneer een vergelijking gemaakt mag worden met de toestanden in Victoria (Australië), waar de namen der gehuwde vrouwen met een sterretje voorzien zijn, dan mag worden aangenomen, dat dit veelvuldig geschiedt. Waar de Schr. vermoedt, dat deze vrouwen de pharmacie hebben verlaten of zullen verlaten, concludeert hij, dat voor de meeste vrouwen de pharmacie geen blijvende bezigheid is. Ten slotte geeft hij nog een statistiek van de meest voorkomende familienamen, waarbij Jones, Mac Evans, Taylor, Davies, Smith en Williams met een percentage van 39,0 tot 10,7 voorkomen, om te eindigen met de opsomming vaneen lange, alfabetisch geordende, lijst van ongewone eigennamen, in het register geboekt. V. I.

FRANKRIJK. Zondagssluiting der apotheken te Parijs. Sedert ongeveer 1% jaar is bij verordening van den prefekt van politie de Zondagsrust voor de Parijsche apotheken geproclameerd. (Wij brachten daarover inden jaargang 1924 reeds eenige berichten) .Dr. Hocque, apotheker der Iste klasse, ridder van het legioen van eer en bezitter vaneen aantal andere onderscheidingen,, kon zich echter met deze beschikking niet vereenigen en hield zijne apotheek, gelegen aan de Place de la Nation, ineen zeer volkrijke buurt van Parijs, iederen Zondag open. Boete op boete, in het geheel 63 stuks, die hij zich daardoor op den hals haalde, waren niet in staat, om hem tot gehoorzaamheid aan de politieverordening te brengen. Men daagde den weerspannige voor de rechtbank en deze veroordeelde Hocque tot een geldboete van 10.000 franken en 2 dagen hechtenis. In hooger beroep werd dit vonnis bevestigd. Bij wijze van protest heeft H. zijn apotheek nu veranderd ineen „Chapelle ardente”, met in het midden een 2 m. hoogen grafsteen, waarop 2 doodshoofden geplaatst zijn. Op den steen staat te lezen: „Hier liggen de perkamenten lijken van mijne, diploma’s als doctor inde pharmacie en als apotheker der Iste klasse, overleden op deizen Zondag aan een langdurige en kwaadaardige ziekte, welke door het openbare ministerie en het hof van cassatie ongeneeslijk verklaard werd.” Aan den voet van het monument bevond zich nog een opschrift, waarin den zieken verzocht werd, om ’s Zondags niet te sterven. Een aantal afgevaardigden van groote apothekersvereenigingen kwamen Dr. Hocque hunne deelneming betuigen en legden inde apotheek, aan het graf der diploma’s, kransen neer. In Het Leven van 29 M'ei j.l. vindt men op blz. 692 een afbeelding

780