vervuld is van trots voor de Universiteit; toch wordt deze ingenomenheid niet door ieder gedeeld, zooals wel blijkt uiteen merkwaardig grafschrift inde Hoogelandsohe of St. Pancreaskerk. In dit fraaie oude kerkgebouw, waarvan de geschiedenis tot de 14de eeuw terug gaat, vindt men in het koor, niet ver van de graven van Justinus van Nassau (t 26 Juni 1631) en van James Cordon (t 1 Febr. 1776), een merkwaardigen grafsteen. Een retort geeft aan, dat hier iemand begraven ligt, die met scheikunde iets heeft te maken en mocht men nog twijfelen, dan neemt ons het grafschrift eiken twijfel in deze weg. Het luidt:
CHEMIEKONST MET GEVAAREN HEB IK RUIM DERTIG JAREN BEOEFEND EN MET VLIJT, VOL VUURS MIJN GEESTVERMOGEN BIJ NOOIT VERVELLEND POOGEN AAN HET RETORT GEWYD. 'K HEB JA MIJN LOON GENOOTEN ’K ZEG DIT MET DANKBAARHEIT, MAAR DAT IK BEN VERSTOOTEN DOOR DE UNIVERSITEIT, DAT HEB IK VAAK BESCHREID. JAN PELGROM PHz. OVERLEDEN DEN 18 BEGRAVEN DEN 23 NOVEMBER 1801 OUD RUIM 66 JAAR. In 1775 is een J. Pelgrom „custos Laboratorii Chemici” geworden; in 1798 onderteekent hij als eender Universiteitsbeambten de verklaring, waardoor hij stemgerechtigd burger wordt. In 1800 wordt een Jan Pelgrom aangesteld als knecht van den Professor Physices (Molhuysen 1.c., deel VI en VII). Vriendelijker indruk maakt een sterk gesleten steen, bij een der ingangen der kerk, waarop de Samaritaansohe vrouw uit Johan. 4 is uitgehouwen en waaronder „KartyntienY ans van Perre Huysvrov van Covert Oo 1 y Fier se n van den Ende” rust. Zij „sterft den 28 Yuli anno 1657 out synden 47 yaar.” Het door Ro m bout Verhulst in 1664 gemaakte graf-
774