dat een economische cultuur van gambir de vruchtbaarheid van den bodem niet meer doet afnemen dan elke andere neven-cultuur, en de gambir-cultuur als een „catchcrop” izich op Sumatra meer en meer uitbreidt, naast de ondernemingen, waar dit gewas als eenig product geteeld wordt, hebben de gevoelens zich ten gunste van de gambir-cultuur gewijzigd. Er bestaat een groote wereldvraag voor gambir als looistof. De uitvoer van dit product, dat op Java vrij algemeen verbouwd wordt, is onbeduidend en om inde bestaande behoeften als een kauwmiddel te kunnen voorzien, moet gambir uit de buitengewesten worden ingevoerd. De voornaamste uitvoerlanden zijn Sumatra en Malakka, terwijl Indië, het Vereenigd Koninkrijk en Amerika de voornaamste consumptie-gebieden zijn. Een beter geleide cultuur geeft natuurlijk een product van hoogere marktwaarde en hoewel men vaneen daling na de hooge prijzen der laatste jaren zeker zijn kan, zullen deize zich toch op den duur stabiliseeren en kan men zich vaneen gunstiger marktpositie zoo goed als • zekerd houden. D*e uitvoer uit Malakka in 1925 bedroeg 5716 ton ter waarde van £300,000. Mlen raamt de wereldvraag op ongeveer 25.000't0n per jaar. (Ind. Merc.) ENGELAND. Regeling van de aflevering van veronal en andere slaapmiddelen denr de Pharmaceutical Society. In Engeland is de regeling van interne pharmaceutische aangelegenheden door de regeering in vele opzichten in handen der organisatie gelegd en zoo is thans weder in voorbereiding eene regeling van den verkoop van slaapmiddelen onder toezicht van de Society. In plaats van wettelijke bepalingen, die toch niet worden nageleefd en beperkende administratieve voorschriften, wordt aan het Bestuur van de Society de bevoegdheid gegeven, onder nadere goedkeuring van de regeering. practische maatregelen te nemen tegen de gevaren, welke een onbelemmerde verkoop ten gevolge kan hebben. H. ENGE! AND. Laboratorium voor vitamine-onderzoek. De Council van the Pharmaceutical Society, heeft, in overleg met de Commissie van „Accessory Food Factors”, de wenscheliikheid uitgesproken, dat door de Society als officieel lichaam een laboratorium zou worden opgericht voor het onderzoek van voedingspraeparaten, enz. op vitaminen. Dë bedoeling is, om, behalve levertraan, ook andere vetten, welke vitaminen A en D bevatten, praeparaten met vitaminen B en vruchtensappen met vitaminen C op hun gehalte te onderzoeken, voor zij inden handel worden gebracht. Dr. B u r n. directeur van het pharmakologisch laboratorium der Society, stelde voor, om, wanneer de Society besloot tot oprichting van dit laboratorium, aan de Commissie voor ..Accessory Food Factors” op te dragen, binnen 3 maanden de standaards te bepalen, waaraan deze praeparaten moeten voldoen en de methoden van onderzoek aan te geven. In verband met de mogelijkheid, dat levertraan, waaraan de vitaminen zijn onttrokken, inden handel wordt gebracht en met het oog op de groote belangen voor het publiek, om te weten, of artikelen, welke als vitaminehoudend inden handel worden gebracht, ook werkelijk dien naam verdienen, werd de stichting van dit laboratorium in beginsel aanvaard. H.
731