volgende beeld te zien (zie fig.). Met een loretinepraeparaat kreeg ik dezelfde uitkomsten.
Yatrenum is een amphoteer electrolyt. De theorie der amphotere electrolyten mag als bekend worden verondersteld1). Stellen we het yatrenum voor als: X, dan is de gehydratiseerde vorm H.X.OH. De verhouding van watervrijen vorm en gehydratiseerden vorm H.X.OH = constant. X X kan in twee vormen voorkomen, n.l. als zoodanig en als f r „inwendig zout” SCX N.H. H.X.OH en X vormen tezamen de totale, niet gedissocieerde stof = u. In zure oplossing splitst zich af het ion X.H', in alkalische oplossing het ion X.OH'. Beide ionen zijn dus ongekleurd en de kleur moet worden toegeschreven aan de niet-gedissocieerde stof. In alkalische oplossing neemt, zooals uit de fig. blijkt, de kleurintensiteit snel af (bij ph 8 nog slechts gering). In zure oplossing neemt de kleur eerst toe, tot ph = 4, waarbij de intensiteit het grootst is, daarna af. tot bij pe = 1 de oplossing volkomen kleurloos is. Hieruit blijkt reeds, dat de zure constante ka grooter zal zijn dan de basische constante kb, wat in overl) Zie o.a. Walker. Z. physikal. Chem. 49 (1904). 82—94.
686