zal hij zich genoodzaakt zien, een handeling te verrichten, die hem finantiëel eerder nadeelig dan voordeelig is. Zijn algemeen menschelijk inzicht bepaalt zijn vermogen, om een juiste keuze te doen, waardoor de belangen van den zieke, voor wien zijn hulp gevraagd wordt, het best gediend worden; zijn vakkennis, zijn weten maakt, dat hij in staat zal zijn, uitvoering te geven aan wat hij meent, dat het beste is. Het zijn gelukkig niet altijd moeilijkheden, waarvoor hij komt te staan, maar zeker is het, dat het aantal dezer moeilijkheden, door de richting, waarin zich de geneesmiddelindustrie ontwikkelt, op den duur grooter zal worden. Betrekkelijk eenvoudige vraagstukken, als het al of niet afleveren van verslavingsvergiften, waarbij het weigeren soms even weinig in het belang kan zijn van den zieke als het omgekeerde; overschreden maxifnaaldoses in voorschriften, waarvan de aflevering niet kan worden uitgesteld; snelsterilisatie, waarbij men een keuze moet doen tusschen een minder volkomene steriliteit en snelle aflevering en een voor den zieke soms noodlottige vertraging van de aflevering vaneen volkomen steriel geneesmiddel, mogen als voorbeelden gelden van hetgeen thans tot de pharmaceutische moeilijkheden gerekend wordt. Moeilijker wordt het echter, wanneer, zooals thans geschiedt, de geneesrniddelfabrikant zijn produkten in toenemende mate aan den geneeskundige en het publiek opdringt en beide zonder veel kennis van zaken het door den wel wat al te eenzijdig belanghebbende aanbevolen middel wenschen toe te passen eu te gebruiken. In het door den fabrikant aanbevolen middel worden uit den aard der zaak door hem de deugden er van zeer naar voren gebracht en eerst langzamerhand blijkt het, naast deugden, ook minder aangename eigenschappen te bezitten, die men inden regel samenvat onder den naam „nevenwerkingen.” Sommige nevenwerkingen zijn uit de formule en in analogie met de werking van andere stoffen wel te voorspellen, b.v. derivaten van morphine of eegonine missen slechts zelden de schadelijke nevenwerkingen van morphine of cocaïne, al wordt dat ook tienmaal inde prospectus van den fabrikant tegengesproken. Hierbij komt nog, dat niet zelden een weinig deugdelijk bevonden geneesmiddel onder een nieuwen naam weer wordt aanbevolen. Ook dergelijke feiten kunnen tot een minimum beperkt worden, wanneer de apotheker den medicus of het publiek kan voorlichten omtrent het identielc zijn van deze met oudere en reeds afgekeurde middelen. Een regelmatig bijhouden der vakliteratuur is hiervoor noodzakelijk.

623