van de ziekenverzorging naar beneden moet worden gedrukt. En ten slotte blijft de mogelijkheid en zelfs de noodzakelijkheid op een zeer kleine en afgelegen plaats nog een andere regeling te treffen met den arts, die daar zijn goede diensten verleent.
In het voorgaande heb ik getracht het vraagstuk, waarvan mij de behandeling was opgedragen van verschillende zijden te bezien, steeds heb ik mij hierbij voorgesteld, dat de arts en de apotheker er zijn voor het publiek en niet het publiek voor deze beoefenaren van onmisbare beroepen. Geenszins was het mijn bedoeling het moeilijke vraagstuk van de geneesmiddelvoorziening ten plattelande in éénmaal op te lossen. Aansluitende aan wat de praktijk gaf te zien. heb ik alleen de aandacht willen vestigen op enkele mogelijke oplossingen en hier en daar heb ik mijn eigen meening te kennen gegeven. Verder moge het door mij aangevoerde dienen als grondslag voor bespreking en nadere bestudeering van dit belangrijk onderwerp. len slotte mag worden opgemerkt, dat ik mijn persoonlijke beschouwing gaf over het behandelde vraagstuk; zij mag niet worden gerekend afkomstig te zijn van de pharmaceutische inspectie. Leeuwarden, April-Mei 1926. Dr. J. W. DE WAAL Gebruikte Literatuur. Pharmaceutisch Weekblad, verschillende jaargangen. Tijdschrift voor Sociale Hygiëne, 3e, 4e en 27e jaargang. C ompte Rendu du Xlrne Congrès International de Pharrnacie verschillende rapporten der le Sectie. Bulletin de la Fédération Internationale Pharmaceutique 192" No. 6 en 1926 No. 1. Ouarles van Ufford. De Plaats der Arbeiderskassen inde Ziekteverzekering. Dissertatie 1918. Verslagen van het Centraal Laboratorium voor de Volksgezondheid. DE ORGANISATIE VAN DEN GENEESMIDDELVERKOOP IN NEDERLAND. Bij beschouwingen over geneesmiddelen is het goed, vooruit vast te stellen, wat men onder „geneesmiddel” verstaat. De meeningen hierover kunnen in die mate uiteenloopen, dat ik voorop stel, dat het hier volgende alleen betrekking heeft op stoffen, die, naast onze voedings- en genotmiddelen, zoowel inals uitwendig worden toegediend, om ziekten van den mensch L genezen, te verzachten of te voorkomen. Buiten beschouwing
615