wassen vindt men echter niet op het platteland, zoodat de behandeling daarvan hier niet op haar plaats is. Wel kent het platteland nog de apotheekhoudend geneeskundigen als exploitanten vaneen dispenseer-inrichtlng en juist op de geneeskundige apotheken hebben de conclusiën betrekking welke mijn rapport van 1913 afsluiten en waarin de wijzigingen zijn aangegeven, welke wellicht tegemoet zouden kunnen komen aan de bezwaren, niet ten onrechte tegen de bestaande wetgeving ingébracht. Ik laat de conclusiën hier nogmaals volgen, daar zij wel niet onder ieders onmiddellijk bereik zullen zijn,.

Conclusiën. Het beginsel der scheiding tusschen de genees- en artsenijbereidkunst, waarvan de wetgeving van 1865 uitgaat, is in het openbaar belang. Practische overwegingen maken enkele afwijkingen van dit principe noodzakelijk. De regeling dezer afwijkingen inde wet is tegen het openbaar belang en daarom onjuist. Bij het bestaande stelsel van pharmaceutische wetgeving dienen de volgende wijzigingen ten minste te worden aan?ebracht; a. Slechts aan den eersten, hoogstens aan den tweeden geneeskundige, welke zich vestigt ineen plaats waar geen apotheker is gevestigd, wordt het recht tot leveren van geneesmiddelen gegeven, voor zoolang zij daar gevestigd blijven De derde en volgende artsen verkrijgen dat recht slechts voor een oetrekkelijk gering aantal jaren. b. Het woord plaats wordt opgevat als kring en niet als gemeente of bebouwde kom. Een dergelijke kring wordt vastgesteld door nader aan te wijzen autoriteiten, maar in ieder geval na mwinmng van het advies der inspectie van de volksgezondheid en nadat belanghebbenden gelegenheid is gegeven hun meenmg kenbaar te maken. De kringen worden na zekeren tijd opnieuw bepaald. c. De bevoegdheid van Gedeputeerde Staten tot het ontnemen van de broodwinning aan een apotheker wat slechts behnnrr het alsemeene B«ede kan komen. oort te vervallen. De geschiedenis der wet heeft het nut dezer bevoegdheid geenszins bewezen. kl Wanneer de eenige ineen kring gevestigde apotheker komt te overlijden, wordt slechts na een niet te kort tijdsver-

610