is voor den apotheker-concessionaris, maar niet veel voordeelen biedt voor het publiek, met name niet voor dat ten plattelande, welke voordeelen ook niet op een andere wijze zouden zijn te bereiken. Terloops zij hier opgemerkt, dat in Duitschland en in Oostenrijk de niet-geconcessioneerde apothekers met het stelsel niet hard wegloopen. Hier mag ook nog worden gewezen op het programma van de Socialistische Apothekers-Arbeiders Gemeenschap, te vinden in het Ph. Weekblad van 17 April j.U blz. 518. Vermeld kan ook nog worden de protectie in allerlei vorm en richting, de zwendel en omkooperij, waartoe het stelsel in verschillende gevallen aanleiding schijnt te geven. Dus keeren wij weer terug tot de welbekende vrije vestiging, maar dan met eenige wijzigingen inde bestaande wetgeving, om het beginsel van 1865 een betere kans te geven. Daarnaast late men vrije ontwikkeling aan de verschillende bedrijfsvormen, welke de apotheken ook nu vertoonen. Wij kennen nu apotheken in eigendom bij één apotheker of bij een combinatie van apothekers, met den nieuwsten vorm: de apotheek van de Mij. t. b.d. Pharmacie. Maar ook allerlei ondernemende lieden zetten één of meer apotheken op en „huren' daarvoor een apotheker, zooals inderdaad wel wordt gezegd. Soms is de ondernemer van de z.aak een naamlooze vennootschap. Ook de Staat, de gemeente, zelfs de provincie richt zoo noodig een apotheek op. Ten slotte vinden wij nog de apotheken van ziekenfondsen, ook al in varieerende gedaante. Combinaties van de hierboven genoemde personen en lichamen treft men bovendien nog aan. Wie echter nu ook de eigenaar is en in welk verband de apotheek ook staat met andere, wellicht door denzelfden eigenaar geleide bedrijven of inrichtingen, als eerste eisen zal steeds deze moeten gelden, dat de apotheker het zelfstandig beheer voert, alleen met de beperking, reeds hierboven aangegeven. Ook hier kan het Haagsch model met recht worden genoemd. Al de genoemde bedrijfsvormen hebben hun plaats in Nederland ingenomen en hebben zich weten te handhaven; er is geen enkele aanleiding het maatschappelijk gewordene in ons land te vervangen door stelsels uit den vreemde, met name is hier liet concessie-stelsel bedoeld. Daarentegen is het stelsel dei vrije vestiging inheemsch; het strookt met onzen volksaard. Hiermee is niet gezegd, dat inde latere jaren zich geen uitwassen hebben vertoond, welke bestrijding verdienen. Die uit-
609