mag zijn, in strijd met dit standpunt, dat allerminst het standpunt van Prof. Sc h o o r 1 was, toen, hij in 1907 (Pharm. Weekblad, blz. 1435) schreef: „Ik merk dit op, (dat het over het algemeen een klein kunstje is, om ineen bepaald geval een nog gevoeliger zuiverheidsreactie te bedenken), omdat er in het algemeen een neiging bestaat, om de producten der chemische industrie te willen dwingen naar de gevoeligheid van ons bekende zuiverheidsreacties en daardoor steeds de uiterste prestaties van onze techniek te verlangen. Ik meen, dat dit standpunt onjuist is en dat wij eerder onze zuiverheidsreacties moeten regelen en dus eventueel verscherpen of afstompen, al naar mate blijkt, dat de chemische industrie voldoen kan aan de eischen, wier redelijkheid bepaald moet worden door het practisch gebruik van hare produkten, in casu (bij geneesmiddelen en waarschijnlijk meer in het bijzonder bij Sulfas Chinini, waarbij men deze beschouwing inde kritiek op Ed. IV der Pharmacopee vindt, V. D. W.), door het al of niet schadelijk zijn van de verontreinigingen voor de werking van het geneesmiddel.”

Zou dus te eeniger tijd eens kininesulfaat gemaakt worden met meer dan 10 pCt. hydrokinine, dan zou zelfs het opnemen vaneen reactie hierop in strijd zijn met de uitspraak van Prof. Schoorl in 1907, maar zulke Sulfas Chinini bestaat niet en, wat nog meer zegt, kininepraeparaten, die voldoen aan de chromaatproef en niet voldoen aan de zeer matige en weinig logische eischen voor de optische draaiing, die in het concept opgenomen zijn. komen inden handel niet voor. Toch ts de mogelijkheid niet uitgesloten, dat iemand vandaag of morgen zoo’n kininepraeparaat meent te ontdekken, want in het lijstje van verontreinigingen, waarvan Prof. Schoorl aangeeft, dat ze met behulp van de rotatie ontdekt worden, ontbreekt het 'water. Indien b.v. in het te onderzoeken kininesulfaat 2,1 pCt. water zit, dan voldoet ook het zuiverste kininesulfaat niet meer aan de gestelde eischen en indien 1,5 pCt. water inde te onderzoeken kinine zit, voldoet ook hier het zuiverste praeparaat niet. De praeparaten, die voor dit onderzoek geëisoht worden, eischen zeer bijzondere voorzorgen bij drogen en wegen en dit maakt, dat de bepaling van het draaiingsvermogen in, de practijk niets anders zal zijn dan een weinig rationeele waterbepaling ineen min of meer uitgedroogd kininepraeparaat. Resumeerende, zou ik de opname van eischen omtrent het draaiingsvermogen bij kininepraeparaten willen omschrijven

481