Departement ZEELAND.

Het Bestuur was als volgt samengesteld; M, J. vanPienbroek, Voorzitter. J. C. van der Harst, Secretaris. Mej. C. li. Koers, Penningmeesteres. S. J. Enge r i n g. L. 1 a P o r t e. Op 31 December was Mej. Koers aan de beurt van aftreden en was niet herkiesbaar; in haar plaats werd benoemd de Heer G. K. A. N o n h eb e I, die ook haar functie op zich nam. Door het overlijden van den Heer G. vander Hoek, werd!het aantal leden 14, terwijl er één buitengewoon lid was. Behalve genoemd sterfgeval had het Departement ook te betreuren het overlijden van zijn eerelid, den Heer L. K. van der Harst. Bij zijn begrafenis schetste de voorzitter het vele dat „Zeeland” aan hem te danken had. Er werden gehouden de 3 verplichte en 1 buitengewone vergadering. Instellingen en commissies heeft het Departement niet. Wetenschappelijke onderwerpen werden niet behandeld; maatschappelijke, die, welke het Hoofdbestuur aan de orde stelde. Op de Algemeene Vergadering werd het Dep. vertegenwoordigd door den Heer G. A. G asil 1e. DE ROTATIE VAN KININE EN ZIJN ZOUTEN door N. SCHOORL. Nu blijkens den proefdruk van de Vijfde Uitgave der Pharmacopee bij kinine en zijne zouten de eigenschap der optische draaiing als kriterium van zuiverheid wordt opgenomen, verdient de beteekenis dezer methode eenige nadere toelichting. Zooals bekend, is het bijalkaloïde cinchonidine het belangrijkste bij den Ledgeriana (fabrieks-) bast en tevens het moeilijkst volledig van de kinine te scheiden. Het ruwe kininesulfaat kan tot 10 pCt. van dit bijalkaloïde bevatten en de chemische industrie moest vroeger een omwerking over het büsulfaat toepassen, om tot een product te geraken, dat nog slechts 1 a 2 pCt. cinchonidine bevat en aan de eischen der moderne Phaimacopeeën voldoet. De controle op dit lage cinchonidinegehalte geschiedt dikwijls met de proef van Kerne r-W e il 1e r, die evenwel enkel op het monosulfaat kan toegepast worden. Voor de andere kinmezouten en de base zelf is geschikter de chromaatproef van d e V r ij of de oxalaatproef van Schater. Eerstgenoemde is nu inde Ed. V ingevoerd; de laatstgenoemde wordt o.a. inde Belgische

469