2/io N. kaliumjodaat en 15 cm3. oplossing van wijnsteenzuur (4 = 100), na 3—5 minuten bij het mengsel 30 cm3. oplossing van natriumphosphaat (10=100) gevoegd en onder omschudden met Vio N. natriumthiosulfaat getitreerd, dan moet daarvan 9^— io,o cm3, ter ontkleuring vereischt worden. Kaliumjodide is gemakkelijk in water oplosbaar. Kaliumjjodide trekt water aan bij een relatieve waterdampspanning der lucht grooter dan 0,72. Buiten invloed van het licht te bewaren. § 10DETUM NATRICUM. Het artikel luidt: Wit, kristallijn poeder, dat de reacties geelt op natrium en op jodide. De oplossing in water (1 = 20) moet helder, kleurloos en neutraal zijn. Zij mag geen reactie geven op zware metalen, op ijzer, op calcium, op baryum, op kalium en op sulfaat. De met uitgekookt eu weder bekoeld water, versch bereide cplossing (I=2 O) mag met versch bereide stijfseloplossing en verdund zwavelzuur binnen 3 minuten niet gekleurd worden (jodaat); dezelfde oplossing moet met 1 druppel vaneen mengsel van Vio N. jood en water (1 = 10) violetblauw worden (thiosulfaat). Wordt de oplossing van 250 mg. Natriumjodide in 2.5 cm3, ammonia gemengd met 17 cm3. %N. zilvernitraat, dan mag het filtraat, na met salpeterzuur zuur gemaakt te zijn, geen troebeling geven sterker dan die, welke door zilvernitraat ontstaat in een oplossing van 5 mg. chloor per 1. (chloride en bromide). Wordt Natriumjodide gedroogd, dan mag het niet meer dan 2,5 pCt. in gewicht verliezen. Wordt 10 cm8, oplossing van Natriumjodide in water (1,25 g. gedroogd Natriumjodide tot 100 cm3.) ineen flesch met glazen stop gemengd met 10 cm'. 2/io N. kaliumjodaat en 15 cm . oplossing van wijnsteenzuur (4 = 100), na 3—5 minuten bij het mengsel 30 cm3, oplossing van natriumphosphaat (10 = 100) gevoegd en onder omschudden met Vio N. natriumthiosulfaat getitreerd, dan moet daarvan 9,8—10,0 cm*, ter ontkleuring vereischt worden. Natriumjodide is gemakkelijk in water en in ongeveer 2 deelen sterken spiritus oplosbaar. Natriumjodide trekt water aan bij een relatieve waterdampspanning der lucht, grooter dan 0,20 en vervloeit bij een grooter dan 0,44.

379