nister van Arbeid en Volksgezondheid heeft een commissie ingesteld ter bestudeering van het vraagstuk der pharmaceutische spécialités.

Als leden daarvan zijn benoemd: ML Hourcade en M. Roux voor het toezicht op de levensmiddelen, M. Bart het en Feuil 1 o u x, als, vertegenwoordigers der Association générale des Synd. pharmaceutiques. M. Fam e 1 &Lep ri n c e, als fabrikanten van spécialités. M. Lafay van de Société de Pharmacie, M. Garnal, inspecteur, M. Trochon, van het Conseil d’état, M. deMiouy &Ha ye, van het ministerie van hygiëne. H. PARIJS. Een gedenkteeken voor dein den oorlog gevallen apothekers. Op Februari van dit j'aar werd inde Ecole de la Faculté de Pharmacie te Parijs door den Minister van Oorlog, Pa in-lev é, het monument onthuld, dat door de apothekers in Frankrijk is opgericht tot herdenking van hunne collega die inden oorlog gevallen zijn. Bij de plechtigheid was zoowel de Hoogleeraar der faculteit, de rector der Universiteit, de Minister van Hygiëne, als de vertegenwoordigers van de Association des Pharmaciens tegenwoordig. PERSONALIA. Afgevoerd als apotheker: J. M. Blokhui s—K erreb ij n, fa. Koek, R’dam (verand. provisor); A. M. Ko e n—B os, fa. v.d. Toorn&Beker, R’dam (verand. provisor); F. W. Tieba ck x, fa. ten Hoe t, A’dam (overdracht apotheek); als apotheekhoudend geneeskundige: A. Graftdijk, Giessendam (neerl. praktijk); J. v. d. Meulen, Sprang (vertrek). Apothekers-Adsistentsexamen. Commissie te Utrecht, 9 Maart 1926. Opgeroepen 4 candidaten. Geslaagd; de dames A. H. Sc h r öder, te Rotterdam, en L. E. M. Kuy 1 ma n, te Zeist. 10 Maart 1926. Opgeroepen 4 candidaten. Geslaagd: de dames J. G. va nßa ar en, te Benschop, en A. C. M. Bo k k es, te Oosterbeek, en de Heer L. J. E. Cloosterhuis, te Tilburg. Alsnog benoemd tot plaatsverv. lid van de Commissie, die in 1926 te Utrecht belast zal zijn met het afnemen van de examens voor Apotheker-Adsistent, A. C. Huysse, dirigeerend militair apotheker te Utrecht. Bij Koninklijk besluit van 24 Februari 1926 no. 27 is de heer D. J. de Jong, tevoren lector-apothekerf aan de Veeartsenijkundige Hoogeschool, tijdelijk benoemd tot Pharmaceutisch Inspecteur van de Volksgezondheid voor het geheele rijk. Aan den heer d e J o n g is als standplaats aangewezen de gemeente Utrecht en aan hem is opgedragen de waarneming van den dienst van den Inspecteur dr. G. Romijn. te Haarlem, aan wien verlof wegens ziekte is verleend. Aan de Rijks-Universiteit te Leiden is 4 Maart j.l. bevorderd tot doctor inde wis- en natuurkunde op proefschrift, getiteld: Bijdrage

361