ste, steeds ineen nieuw en onbekend kleed gestoken, pleiten voor de vindingrijkheid van de leiders van het Instituut, die men altijd bereid vindt, om den belangstellende elke gevraagde inlichting te verschaffen, ook zonder dat hij, als in andere afdeelingen, bevestigend de vraag, of men bij het artikel geïnteresseerd is, behoeft te beantwoorden. HAARLEM. De stadsapotheek. Aan een verslag der laatste gemeenteraadszitting van Haarlem ontleenen we het volgende betreffende de stadsapotheek: Aan de orde kwam het voorstel van B. en W. tot overplaatsing van de stadsapotheek naar het St. Elizabeths of Groote Gasthuis en ontheffing van commissarissen der stadsapotheek van hun beheer dier instelling. De heer Van Li em t kon medegaan met het voorstel van B. en W., maar hoopte, dat inde toekomst er een aparte administratie van de stadsapotheek zal blijven. Die heer Koppen vroeg, of niet tot aanhouding van dit voorstel kon worden besloten, daar deze zaak een onderdeel van het ziekenhuisrapport is. De voorzitter deelde mede, dat het beheer van de stadsapotheek niet in ’t beheer van het Gasthuis zal opgaan, maar dat het óók de bedoeling van de regenten van het Gasthuis is, dat over de stadsapotheek een apart financieel beheer zal worden gevoerd. Het voorstel is alleen gedaan als een voorloopige regeling. Maar de raad blijft dan nog vrij, ten aanzien van de stadsapotheek die maatregelen te nemen, die de raad noodig acht. Onder omstandigheden dit is een uitdrukkelijk voorbehoud van B. en W. is dus geen aanleiding tot een aanhouding van de zaak. De heer Heerkens Thijssen deelde mede, dat inde rekening van het Gasthuis de rekening van de stadsapotheek een afzonderlijk geheel zal vormen. Komt de apotheek in het Gasthuis, dan zal een economischer beheer dan tot nu plaats kunnen hebben. Ten slotte werd het voorstel van D. en W. aangenomen; alleen werden de commissarissen nog niet van hun taak ontheven (zie ook Ph. W. 1925, blz. 1347). Een Middel-Europeesche Apothekersbond. Volgens de Pharmaceutische Post is bij gelegenheid vaneen vergadering, waar vertegenwoordigers van de Hongaarsche Apothekersvereeniging aanwezig waren en waar zoowel de Oostenrijksche apothekers-organisatie als de Oostenrijksche Pharm. Gesellschaft en het Wiener Apotheker Hauptgremium vertegenwoordigd waren, het oprichten van een Midden-Europeeschen Apothekersbond besproken. Daarna zouden reeds, uit naam der Oostenrijksche en Hongaarsche apothekers-organisatie, de andere Midden-Europeesche staten uitgenoodigd zijn, om een vergadering van vertegenwoordigers te beleggen en tot overeenstemming te komen. Het ligt inde bedoeling, vooral de regeling van het spécialitéwezen, het verkoopsrecht en de ziekenfonds-vraagstukken te behandelen en daarvoor een gedragslijn te bepalen. H. Het vraagstuk der Spécialités in Frankrijk. De Fransche Mi-

360