goede resultaten gezien. Volgens Straszewoki hebben de dampen een eenigszins verdoovende werking op de zenuwen, die met de groote hersenen in verband staan en zou daarom het gebruik voor kosmetisch doel minder geschikt zijn. Voor mondwaters zou volgens denzelfden schrijver, de isopropylalkohol door vaatverwijding nadeelig kunnen zijn bij catarrhen van de keel. Daarentegen beveelt F u 1- 1e r (J. Am. Ph. Ass. 1923, 12081) den isopropylalkohol zelfs aan als deugdelijk voor het bereiden van tincturen, fluid-extracten en smeersels, omdat hij niet, zooals methylalkohol, nadeelig werkt op het gezichtsvermogen. Voor de bereiding van lakken en vernissen is isopropylalkohol izeer geschikt. Als conclusie mag men aannemen, dat de isopropylalkohol voor inwendige toepassing niet te gebruiken is en dat hij ook niet mag dienen voor het bereiden van preparaten uit de pharmacopoea. H. Voor vetbepaling volgens Gerber onbruikbare amylalkohol. Prof. Dr. S. G oy en J. J ani s c h, Z. U. N. G. Bd. 50, 373. Twee onderzochte monsters amylalkohol bleken bij de Gerberbepaling een hooger vetgehalte te geven dan de melk bezat; het eene monster 0,4 pCt, het andere monster 0,6 pCt. Het s.g. van het eerste monster bedroeg 0,8112; dat van het tweede: 0,8149 bij 15 . Ook bij blinde proeven scheidde zich eene overeenkomstige, in water onoplosbare laag af. Deze olie-achtige afscheiding was onverzeepbaar, verdampte zonder rest op het waterbad en rook naar petroleum. Blijkbaar waren beide monsters met een petroleum-destillatieproduct gemengd. Een blinde contróle-proef bij aanschaffing van amylalkohol is dus gewenscht. H. L. V. Ingezonden. Aan wie de schuld? Naar aanleiding van het artikel over de Homoeopathische Apotheek van den drogist te Zeist in het Ph. Wkbld. 1.1. moge ons gelegenheid gegeven worden, nader in het algemeen op deze zaak terug te komen. Wien treft in deze de meeste schuld, den drogist, die, „kaufmannisch” aangelegd, ook de exploitatie der homoeopathie ter hand neemt, waar in ons land toch vrijwel alles vergund is, of wel de firma, die aan Jan en alleman de homoeop. geneesmiddelen van Dr. Willmar Schwabe distribueert, zoodat men ze met alle genoegen vindt pronken bij garen- en bandwinkeltjes en te midden van sponsen en haarkammen. De eerste, de drogist, gaat evenmin vrij uit, helaas, wij bedoelen gaat wel vrij uit, daar ons nog niet één geval is ter oore gekomen, waarbij hiertegen van officieele zijde is opgetreden. Ja, een onzer heeft zelfs het ware genoegen, rondom zich een drie-tal ~Homoeop. Apotheken” aan te treffen, waar men b.v. ook petroleum, Kwattareepen en Agfa-films kan koopen. Wij voor ons meenen echter, dat de laatste, de firma, die maar klakkeloos verspreidt, inderdaad er moreel slechter voorstaat dan de voor de verleiding bezweken drogist.

356