b.v. No. 598 van Schleicher & Schuil, want de stijghoogte is afhankelijk van de papiersoort en daarom moet men bij vergelijkend onderzoek steeds hetzelfde papier gebruiken. Mten snijdt het papier in strepen inde richting van de papierlengte, om strooken te verkrijgen van ongeveer 30 cm. lang. Wanneer men een voldoende hoeveelheid vloeistof heeft, neemt men strooken ter breedte van 2V2 cm.; in andere gevallen neemt men smallere strooken. De vloeistof wordt ineen bekerglas van 50 cm3, inhoud gebracht en de strooken worden door middel vaneen houten klem tusschen 2 glazen plaatjes opgehangen; de papierstrooken moeten ongeveer 2 tot 5 cm. inde vloeistof worden gedompeld. Wanneer men nauwkeurig wil werken, plaatst men de strooken onder een glazen klok, om ze tegen stof te beschutten. Bij wetenschappelijke kapillaire bepalingen heeft men ook in aanmerking te nemende meerdere of mindere vochtigheid van de atmosfeer. De stijghoogte wordt inden regel eerst na 24 uur opgenomen, maar dikwijls is het ook reeds na 15 minuten raogelijk, den -stand op te nemen. Wanneer de stijghoogten zijn bepaald, worden de zones uitgeknipt en in water gelegd, om de daarin afgezette stoffen op te lossen en te onderzoeken. Wanneer de vloeistof een mengsel bevat en de verschillende zónes dezer opgeloste stoffen niet duidelijk gescheiden zijn, dan kan men deze zoo goed mogelijk in stukken verdoelen, ieder gedeelte afzonderlijk oplossen en een nieuwe kapillaire proef inzetten. Voor het onderzoek van drogerijen beveelt Pfau aan, om steeds den volgenden weg te volgen: men maakt uit 1 gram van de gedroogde kruiden 100 gram aftreksel met kokend water; van dit aftreksel gebruikt men 25 cm3, en laat deze vloeistof opstijgen ineen strook filtreerpapier van 2Yj cm. breedte en 30 cm. lengte. De stijghoogte wordt zoowel na 1 uur als na 24 uur genomen. Voor ieder aftreksel neemt men 3 proeven, namelijk één met het aftreksel zelf, één met 25 cm3, aftreksel, waaraan 5 cm3, azijnzuur is toegevoegd en één met 25 cm’, aftreksel met 5 cm3; ammonia. Deze proeven kan men vergelijken met standaardmonsters. Wanneer voldoend materiaal aanwezig is, kan men deze proeven ook herhalen met een spiritueus aftreksel. Men kan deze kapillaire beelden op vellen papier bevestigen en bewaren, om aldus een goed vergelijkend materiaal voorhanden te hebben. H. Over de bepaling van formaldehyde in forrnaline-tabletten levert Dr. E. Ise 1 i neen bijdrage (Schweiz. Ap. Zeit. 1925, No. 49, 50). Onder de talrijke methoden, om formaldehyde quantitatief te bepalen, is de jodometrische titratie, zooals die door onzen landgenoot G. R o m ij n gegeven is, wel de meest nauwkeurige. Hierbij wordt het aldehyde met jodium in alkalische oplossing geoxydeerd tut mierenzuur. Daar formalinetabletten echter meestal met suiker bereid zijn, wordt hierbij ook de suiker geoxydeerd. Glucose gaat door oxydatie met jodium over in glucuronzuur. Volgens Leg ler zet men met ammoniak het formaldehyde om
353