schakel tusschen looistoffen en harsen, daar isopreen de bouwsteen is, waaruit door polymerisatie terpenen gevormd worden. De structuur van humulon is als volgt:

waarbij de plaats der dubbele binding inden ring nog niet zeker is. Lupulon is analoog gebouwd, men denke de onderste OH-groep vervangen dooreen isopreenketen, zoodat het laagste C-atoom van den phloroglucinering twee isopreenresten draagt. Wanneer men de isovaleriaanzuurgroep, rechts boven inde formule, opvat als een veranderde isopreenrest, is humulon derhalve opgebouwd uit phloroglucine en drie isopreenmolekulen, lupulon uit dezelfde stof en vier isopreenmolekulen. Wieland wijst nog op het eigenaardige van deze substitutie van isopreen (terpeen) door isovaleriaanzuur, dat in veel planten optreedt en wellicht door afbraak van dergelijke stoffen gevormd wordt. Over inwerking van emulsine op amygdaline doet L.Rosenthaler een mededeeling (Arch. Pharm. u. Ber. O. Pharm. Cesellsch. 1925, 563), welke eenig meerder licht op den aard der splitsingsprodukten werpt. Volgens de klassieke onderzoekingen van Liebig en Wöhler zou de splitsing kunnen voorgesteld worden door de formule; C2„H=7NO,I + 2H .0 = C,H CHO + HCN + 2€6H1206. Later is wel verondersteld, dat de gevormde suiker gentiobiose (C12H220i,) zou zijn en dat deze in tweede instantie in 2 mol. glucose zou uiteenvallen. Wanneer dit zoo was, zouden, al was het ook maai kort, bij bepaling van HCN en C6H1206, momenten te vinden zijn, waarop minder dan 2 mol. glucose tegenover 1 mol. blauwzuur aanwezig zijn, omdat gentiobiose aanmerkelijk zwakker reduceert dan glucose. R. heeft op verschillende tijdstippen der inwerking van emulsine op amygdaline de beide genoemde bepalingen verricht en kwam tot het verrassende resultaat, dat aanvankelijk (berekend op HCN volgens bovenstaande vergelijking) te veel glucose gevonden werd en dat dit teveel gaandeweg verdween, om ineen klein tekort over te gaan, waarschijnlijk door synthese van glucose tot gentiobiose. Dit verschijnsel (overmaat van glucose) zou te verklaren zijn, door de splitsing te laten verloopen inde volgende phasen: C2oH>7NOix + H2O = CI4HI7NÜ6 ~t~ c6h1206. CmHxxNÜc is amandelzuurnitrilglucoside, dat verder uiteenvalt in Ci4HI7NO6 + H2O = CeHCHO + HCN + C,;H]2O6. Vroeger is dan ook reeds door Mans o n—A u1 d het bedoelde glucoside uit de splitsingsprodukten geïsoleerd. Rosenthal ge-

329