Sandelolie moet minstens 91,5 pCt. santalol bevatten. Het santalolgehalte wordt op de volgende wijze bepaald: Kook ongeveer 6 cm3. Sandelolie met een gelijk volumen azijnzuuranhydride en 2 g. watervrij natriumacetaat gedurende IV2 uur; wasch de olie 2 malen met water, daarna met natriumcarbonaat (1=2 O) en ten slotte nogmaals met water; droog haar met uitgedroogd natriumsulfaat. Kook 2 g. der aldus geacetyleerde olie 1 uur met 25 cm3, spiritueus V2 N. alkali; voeg, na bekoeling, ongeveer 1 cm*, phenolphthaleïne toe en titreer tiet vrije alkali terug met V2 N. zuur. Hiervoor mag niet dan 10,8 cm*, vereischt worden. OLEUM SINAPIS ARTIFICIALE. Zie Ph. Wkbld. 1926, blz. 179. OLEUM TEREBINTHINAE. Srt. gew. moet zijn: 0,860-- 0,880; de opgave voor de draaiing is vervallen. § OLEUM TEREBINTHINAE DEPURATUM. Zie Ph. Wkbld. 1926, blz. 80. THYMOLUM. Opgave van het kookpunt en de reactie met broom zijn vervallen. De reactie met ferrichloride luidt: Wordt Thymol geschud met de 5-voudige hoeveelheid water, dan mag dit door ferrichloride niet anders dan lichtgroen gekiemd worden. De oplosbaarheidsopgaven luiden: Thymol is gemakkelijk oplosbaar in chloroform en in aether en bovendien oplosbaar in vloeibare paraffine en in vette olie. Oplosbaarheid 15° in water 1 in ongeveer 1570 in spiritus gemakkelijk. Maximale dosis zie Ph. Wkbld. 1926, blz. 194. § KREOSOTUM. Opgenomen is: Soortelijk gewicht I,oBo— (verschil o,ool voor 1°). N,D 1,539=1,541 (verschil 0,0004 voor 1°). De reactie op phenol met glycerine is vervallen; de reactie met natronloog luidt thans: Wordt 2 cm*. Kreosoot met 5 cm", natronloog en 125 cm3, water gemengd, dan moet een heldere oplossing ontstaan. De alkoholische kaliloog is gebracht op sterkte 1 : 10. Mag bij verbranding geen reactie achterlaten; verder in wezen ongewijzigd. Max. dos. zie Ph. Wklbd. 1926, blz. 193. KRESOLUM CRUDUM. Opgeniomen is: Soortelijk gewicht 1,040—1,055 (verschil 0,001 voor 1°). ND 1,539—1,543 (verschil 0,0005 voor 1°).
252