welke deze oplossing bezit, is evenwel inde uitkomst niet merkbaar. Ik herhaal dus, dat men zich bij het gebruik van het lichtfilter moet abstraheeren van het optredende kleurverschil tusschen de gezichtshelften en uitsluitend moet instellen op gelijkheid van lichtintensiteit. Dit gelukt slechts voldoende, n.l. tot een nauwkeurigheid van o,°l, bij draaiingen van niet meer dan 10°, ten hoogste 15°. Men krijgt dus een resultaat met een relatieve fout van mogelijk 1 pCt., wat intusschen voor de practijk in vele gevallen voldoende is.

Ten slotte zij er nog aan herinnerd, dat sommige (fijnere) polarimeters vooraan voorzien zijn vaneen cuvet met een bichromaatoplossing ter zuivering van het natriumlicht. Bij gebruik van het lichtfilter moet deze cuvet van het instrument worden afgeschroefd of op andere wijze daarmede rekening worden gehouden, bijv. door weglaten vaneen correspondeerende hoeveelheid bichromaat in het lichtfilter zelf. Doet men dit niet, dan zou men het optisch zwaartepunt van het doorgelaten licht naar grootere golflengten verschuiven en dus te kleine boekwaarden aflezen. Voor een blijvende installatie kan men ook de cuvet van het apparaat voor vulling met de lichtfiltervloeistof gebruiken, maar dit zal zelden voorkomen, daar men deze fijnere instrumenten liever niet voor een tot op 1 pCt. benaderde bepaling zal inrichten. N. SCHOORT. Utrecht, Pharm. Labor. der Universiteit, Jan. 1926. Berichten. Broodbesluit. Het thans van kracht zijnde broodbesluit (Staatsblad no. 221, 1922, gewijzigd volgens Staatsbl. no. 78, 1923), dat thans ruim 3 jaar in gebruik is geweest, zal op 2] Februari e.k. vervangen worden dooreen nieuw broodbesluit (Staatsbl. 478. 1925). dat thans verschenen is. Het nieuwe besluit wijkt in menig opzicht van het vorige af. De voornaamste veranderingen volgen hierachter: Gehuild brood .... is brood, waarin zemelen met het bloote oog niet waarneembaar zijn: ongehuild brood .... is brood, waarin zemelen met het oog waarneembaar zijn. In het vorige besluit was geen aanwijzing te vinden, op welke wijze gebuild brood van niet gebuild onderscheiden moest worden. Ingevoerd is de naam roombrood of boterbrood, voor brood, waarin melk vet aanwezig is. In melk brood wordt de aanwezigheid van melkbestanddeelen verlangd. Het bereiden van z.g. halfmelkhrood wordt onmogelijk gemaakt door de bepaling, dat brood, bereid uiteen deeg, aangemaakt met een mengsel van melk en water, dat meer dan 20 pCt. melk bevat, ook voorzien moet zijn van het merk M. B. en aan de eischen voor vetgehalte en hoedanigheid van het vet, bij melkbrood gesteld, moet voldoen. Nieuw is de eisch, dat brood, gemerkt M. 8., wanneer daarin met het bloote oog zemelen waarneembaar zijn, 4 pCt. vet

204