Op bijzonder heldere wijze behandelt Handovskyde grondslagen der moderne therapie. Het boekje geeft een inzicht inde beginselen, waarop de werking van geneesmiddelen naar het inzicht der tegenwoordige pharmacologen berust. Een aanbevelenswaardig boekje, speciaal voor den apotheker. V. Dl W.

Volkstiimliche Anwendung der einheimischen Arzneipflanzen von G. Aren ds. 2te vermehrte umd verbesserte Auflage. Bcrlin, Verlag von Juli u s S p rin g er, 1925. pp. 90. De tweede druk van het handige boekje van Ar en d s over het gebruik van plantaardige volksmiddelen geeft, op de zelfde wijze als dit inden eersten druk geschied is, een overzicht van onze meest bekende plantaardige geneesmiddelen. Het doet in zijn vorm denken aan de oude kruidenboeken en waar de wijsheid dezer boeken nog steeds bij het volk zoo’n groote rol speelt, daar zal de apotheker, aan wien in deze dikwijls een oordeel gevraagd wordt, in het boekje van Ar en d s een bruikbaren raadgever vinden. V. D. W. Allen’s Commercial Organic Analysis (zie voor volledigen titel, namen der redactie, enz. Pharm. Weekbl. 1926, blz. 54). Vol. IV. Special Characters of Essential Oils; Resins, India-Rubber, Gutta Percha, Balata and Allied Substances; The Constituents of Essential Oils and Allied Substances; The General Character and Analysis of Essential Oils. Fifth Edition; entirely rewritten. Blz. X en 648, prijs 30 Sh. Inde voorrede wordt medegedeeld, dat de omvang van dit deel grooter is geworden dan bij de vorige editie, niettegenstaande er minder medewerkers (thans een viertal) den inhoud verzorgden. Bij aandachtig doorlezen van den tekst zou men zich hier en daar afvragen, of het aantal bewerkers nu al niet te groot is geweest. Zeker zou, wanneer al de hoofdstukken, handelende over vluchtige oliën), door êén, persoon of één combinatie van personen (thans schreven E. K. Nelson en G. A. Russ e 11 één hoofdstuk en E. J. Parry de beide andere hoofdstukken) behandeld waren, geen tegenstrijdiegheden te vinden zijn, zooals bijv. die over de cineolbepaling. Op blz. 27 zeggen de beide eerstgenoemde schrijvers, dat cineol het beste bepaald kan worden volgens de methode, beschreven op blz. 57 en wij vinden daar de permanganaatmethode volgens D o d g e, waarnaast op de vorige en volgende blz. nog de beschrijving der andere methodes te vinden is. Op blz. 481 (in het algemeen gedeelte) worden de methoden ter bepaling van cineol (thans van de hand van Parry) wederom uitvoerig aangegeven, doch thans vindt de werkwijze volgens D o d g e minder bijval Zoo zijn er nog een aantal onderwerpen, welke noodeloos dubbel behandeld zijn en die het boek onnoodig dikker maken. Een en ander belet echter niet, dat wij ook dit deel van Allen weer als een aanwinst beschouwen. Ware het iets later verschenen, dan had zeker ook nog met de U. S. Ph. X rekening kunnen gehouden worden. V. I.

202