16e Jaargang. 21 September 1879, 21.

PHARMACEL'TISfiH WEEKBLAD

VOOE HsTIBIDIBIR.Xj.^AIEiriD. Voor Apothekers en Apotheekhoudende Geneeskundigen.

Redacteur: R. J. OPWIJRDA, te Nijmegen.

Prijs per Jaargang, franco per post, ƒ 5,20. UITGEVER- ntii „ , Advertentiën: van I—s regels / I,—, elke regel meer 20 Cts. en ’ Ü6 stukken’ welke wenscht opgenomen te zien, worden uiterlijk 10 Cts. voor een N°. van liet blad. D. B. CENTEN, Woensdag-morgen verwacht bij den Redacteur. Een Abonncments-larief is op aanvrage verkrijgbaar. A.3VESTEKr>A.3Vr. De Advertentiën niterlijk Vrijdag-avond bij den Uitgever.

Mededeelingcn. Ingezonden stukken. De Minister van Binnenlandscbe Zaken brengt ter algemeene kennis, dat de termijn van aanmelding om tot de practische examens van apotheker te worden toegelaten (beschikking van 12 Aug. j. 1., opgenomen inde Staatscourant van 13 Aug.) verlengd is tot 15 October e. k. Tot voorzitter der wis- en natuurkundige faculteit aan de Universiteit te Amsterdam is benoemd de hoogleeraar W. Berlin; het voorzitterschap der sub-commissie uit genoemde faculteit, waaraan is opgedragen het examineeren van hen, die’ het eerste natuurkundig examen en het theoretisch apothekers-examen wenschen af te leggen, van 1879—1880, zal worden bekleed door prof. C. A. J. A. Oudemans. Bij de commissie voor het litterarisch-mathematisch examen is J. Yaux, leeraar aan de Hoogere Burgerschool met vijfjarigen cursus te Amsterdam, benoemd tot plaatsvervangend lid ter vervanging van J. E. Blin, overleden, BERAADSLAGINGEN OVER DE NIEUWE UITGAVE DER DUITSCHE PHARMACOPOEA. Voor de bewerking van eene nieuwe uitgave der Pharm. germ. is behalve de Eijkscommissie eene Commissie gevormd uit leden van het Duitsche Apotheker-Yerein en de Eegeering heeft bewilligd, dat het verslag dezer Commissie haar werd toegezonden om te dienen tot advies. Deze Pharmacopoea-commissie heeft inde onlangs gehouden vergadering van het Yerein de hoofdpunten van het verslag aan het oordeel der vergadering onderworpen en dewijl vele punten reeds in vergaderingen der districten besproken waren, konden de afgevaardigden het oordeel van hun district daarover wedergeven. Werkelijk, zoo zal er een nationaal werk ontstaan, hetwelk, van alle zijden bezien en beoordeeld, wel niet anders dan de volmaaktheid zooveel mogelijk nabij zal streven. De verschillende punten, die aan het oordeel der vergadering onderworpen werden, waren: 1. Moet de Latijnsche taal behouden blijven? 2. Moeten de scheikundige formulen bij de afzonderlijke praeparaten gevoegd worden ? 3. Moet bij de metaalverbindingen de naam van het metaal vooraan geplaatst worden? 4. Moet het aantal synoniemen bekort worden? 5. Is men het eens met de wenschen, die over de regeling van den tekst uitgesproken zijn? 6. Verlangt men bij de verschillende afdeelingen : a. over

stropen, h. over tincturen, c. over extracten, d. over grove en fijne poeders, nog iets bij te voegen P 7. Wat denkt men over het opnemen van maximaaldoses voor kinderen alsmede voor injecties en clysma’s? 8, Is men het daarmede eens, dat door het Rijk eene lijst opgemaakt worde, die het zoo klein mogelijk getal der middelen bevat, welke de Duitsche apothekers verplicht zijn in voorraad te houden? Wij achten het ook voor ons van beteekenis het oordeel der vergadering over deze 8 punten te vernemen en willen het gesprokene uit het stenographisch verslag inde hoofdzaak mededeelen, 1. Moet de Latijnsche taal behouden blijven? Deze vraag werd eenstemmig met ja beantwoord. Men wees er op, dat zelfs in Frankrijk, alwaar tot heden de landstaal voor de Pharm, gebruikt is, het voornemen bestaat, om voortaan naast de Ptausulic eene Latijnsche of zelfs enkel eene Latijnsche Pharm. uitte geven. Als reden daarvoor meende men te kunnen opmerken den steun, dien de kwakzalverij inde landstaal der Pharm. meende te vinden. Bovendien mocht eene Pharm. inde Duitsche taal eens door recepten inde Duitsche taal gevolgd worden en hiervan waren de nadeelige gevolgen niet te overzien. Een tweede vraag rees: of er naast de Latijnsche ook eene officieele Duitsche uitgave verlangd werd, om het geven van onjuiste vertalingen te voorkomen? Hoewel het verlangen hiertoe, van Wurtemberg uitgegaan, ondersteund werd, kon het de goedkeuring der vergadering niet verwerven. De apothekers zouden toch wel zooveel Latijn kennen, dat zij de Pharm. konden verstaan. 2. Moeten de scheikundige formulen bij de afzonderlijke praeparaten gevoegd worden ? Een deel der commissie had dit noodig geacht, om eene duidelijke voorstelling van de samenstelling van het praeparaat te geven en wenschte ook het moleculair gewicht bijgevoegd; een ander deel achtte echter de bijvoeging van scheikundige formulen onraadzaam wegens het groote verschil der oude formulen met de nieuwere en om de aanzienlijke ruimte die de structuur-formulen, bij vele praeparaten van den nieuweren tijd benoodigd, zouden innemen. De sprekers inde vergadering wezen er vooral op, dat de Pharm. geen leerboek is en dat bij het plaatsen van formulen bij de praeparaten deze laatste als chemisch zuiver zouden moeten beschouwd worden, hetwelk feitelijk het geval niet is. De vergadering wees de formulen bij de praeparaten af, echter onder voorbehoud, dat, even als nu inde Pharm, germ, geschiedt, in twijfelachtige gevallen, z. a. bijv. bij Acidum aceticum, de formule inden tekst vermeld worde.

3. Moei hij de metaalverbindingen de naam van het metaal vooraan geplaatst worden? De commissie achtte dit het doelmatigst, namelijk zoowel bij verbindingen van lichte als van zware metalen den naam van het metaal en niet dien van het oxyde vooraan te plaatsen, en dan de verbindingen in alphabetische volgorde op te nemen, bijv. kalium iodatum, kalium nitricum, kalium sulfuratum, kalium sulfuricum. De vergadering vereenigde zich hiermede zonder beraadslaging. 4. Moet hel aantal synoniemen hehort worden? De commissie stelde voor, dat slechts zulke synoniemen in de Latijnsche taal bijgevoegd worden als dringend noodzakelijk is om verwisselingen te voorkomen, bijv, in den regel de namen der tegenwoordige uitgave, terwijl achter de Pharm. eene lijst van synoniemen bijgevoegd worde. Ook dit droeg de goedkeuring der vergadering weg. 5. Is men het eens met de wenschen, die over de regeling van den tekst uitgesproken zijn ? De algemeene regels, die de commissie wenscht gevolgd te zien, zijnde volgende: Als algemeene regel gelde, dat elk afzonderlijk artikel alles bevatte wat daarbij behoort, zonder op andere plaatsen te verwijzen, dus niet te zeggen het een of ander extract of de eene of andere tinctuur enz. worde bereid als eene voorafgaande, maarde geheele beschrijving der bereiding bij elk bij te voegen, om tijdroovend opslaan en mogelijke misvattingen te vermijden. De artikelen betrekking hebbende op chemische praeparaten moeten bevatten: 1. De beschr ij v i n g tot de onvermijdelijkste opgaven beperkt; 2. de reacties, die de identiteit der zelfstandigheid bewijzen; 3. waar zulks noodig is, ook de handleiding tot het verrichten der proeven, die het gehalte bepalen. Laatstgenoemde proeven moeten zoo ingericht zijn, dat zij tegelijkertijd voldoen aan den bij 2 gestelden eisch. Eeacties, die vanuit het bedoelde practische gezichtspunt blijken te ver te gaan, moeten niet opgegeven worden, zelfs al zijn zij van hoog wetenschappelijk belang. Als beste wijze van uitdrukking is voor de opgaven bij 1 en 2 de indicatief, bij 3 de conjunctief te kiezen. Opgaven, die van zelven spreken, onbepaalde of niets wezenlijks uitdrukkende, moeten achterwege blijven. Met betrekking tot den kristalvorm gelden de uitdrukkingen : //gekristalliseerd”, //kristallijn”, //inicrokristallijn”. De methoden van bereiding bij een beperkt aantal artikelen inde tegenwoordige Pharm. opgegeven,