buitenlandsch handelshuis geleverd. Zij hadden uiterlijk alle kenteekenen van echte CJtineesche MusJcus-buidels en waren ieder afzonderlijk gewikkeld ineen op Chineesche wijze gedrukt papier, een jacht voorstellende en gemerkt: „Jinest sélected Tonquin musk Bij het openen van dezelve kreeg ik het volgende resultaat: gewicht muskus stukjes leêr. No. 1 414 grein 224 grein 52 grein .. 2 436 ~ 264 „ 68 „ „ 3 392 „ 214 „ 18 „ „ 4 540 „ 60 „ „ 5250 „ 110 ~ 24 „ ~ 6 480 „ 260 „ 20 „ No. 4 was bij uitzondering sterk ontwikkeld en voelde op de onbehaarde zijde zoo hard aan, dat ik terstond vermoedde, dat deze in verhouding tot de grootte geen evenredige hoeveelheid muskus leveren zou, zooals de ondervinding dan ook bevestigde. ’t¥as bij de opening namelijk blijkbaar, dat ik met een ziekelijk ontwikkeld exemplaar te doen had; het zoogenaamde vezelige vlies en ook het slijmvlies waren in zeer dikke wanden omgezet en vulden bijna de geheele ruimte van den buidel. De stukjes leêr waren gemiddeld één centimeter lang en ruim l/2 centimeter breed; in buidel No. 2 vond ik een cylindervorraig opgerold stukje leder van circa één decimeter lengte; zij waren door de opening van den buidel ingébracht, ofschoon aan deze uitwendig geen spoor van geweld te ontdekken was, wat door het penseelvormige haarbosje dan ook uitmuntend gemaskeerd wordt. Inwendig was dit daarentegen duidelijk zichtbaar, en droegen de randen der openingen de sporen van met geweld verwijd te zijn. De muskus zelve was in voorkomen tamelijk gelijk, de eigenaardige reuk zuiver en sterk geprononceerd, maar toch niet voor allen dezelfde. Ik eindig deze mededeeling met de opmerking, dat de vervalsching van bovengenoemde buidels zich naar mijne overtuiging eenvoudig bepaalde bij het inbrengen van de
385