houding van den phosphorus in gassen veel, dat overeenkwam met hetgeen daaromtrent algemeen aangenomen is, maar ook vele daarvan verschillende resultaten en bepaaldelijk wat bovengestelde vraag betreft. Hij kwam tot het besluit, dat wel al de opgenoemde zelfstandigheden inden nevel kunnen vervat zijn, maar dat de eigenlijke oorzaak der nevelvorming, geheel in overeenstemming met de naarsporingen van Schötter omtrent het lichten van den phosphorus, te zoeken is inde nevelvorming van de zuren van den phosphorus. 1. Phosphorus verdampt in alle gassen bij de gewone temperatuur. De indifferente gassen (stikstof, koolzuur , waterstof) voeren zulke belangrijke hoeveelheden phosphordamp met zich, dat het element gemakkelijk in zwavelkoolstof opgevaugen en daaruit geïsoleerd kan worden. Wanneer het gas volkomen zuiver is, alzoo waterstof uit zuiver ziuk en zuiver zwavelzuur ontwikkeld en door chloretum hydrargyricum, potasch, zwavelzuur en daarna in eene en dezelfde buis over gloeiend metallisch koper en phospborus geleid en door zwavelzuur afgesloten is, zoo bespeurt men evenmin lichten als nevel. 3. Sporen van zuurstof daarentegen, alzoo bij voorbeeld door weglating van het gloeiend koper, brengen zoowel het lichten als den nevel voort, ofschoon men altijd zonder gevaar in zulk een gas de grootste hoeveelheden phosphorus kan laten liggen en zelfs smelten en ook do bij de gewone temperatuur overkomende hoeveelheden zuur met betrekking tot die van den phosphordamp zeer onbeduidend zijn. Bij deze proeven nam de schrijver ook de bekende verhouding waar, dat bij plotselinge versterking van den stroom de nevels momentaneel toenemen, waarbij tevens op te merken is, dat deze zelfs bij dagenlange doortocht van den gasstroom, niet ophouden en tevens, dat zoowel in deze jals inde voorgaande proef bij het uitgaan der gassen inde vrije lucht, zeer sterke nevels inkomen, alsmede, dat deze inde volgende proef bij uitgang zeer versterkt worden; een bewijs dat hier de phosphordamp, welke zeer gemakkelijk door de

381