1. De scheikundige leerboeken vermelden de oplosbaarheid van het iodetum plumbicum als 0,8 grm: in 1000 grammen water. Jean n e 1 kookte 0,2 grm. zeer zuiver iodetum plumbicum met 250 grammen gedestilleerd water ineen glazen kolf. Na 5 minuten kokens bleef er een weinig onopgelost iodetum terug. Bij bekoeling ontstond eene overvloedige kristallisatie van blinkende plaatjes, welke aan de oppervlakte van het vocht gehecht bleven. Ten einde de oplosbaarheid van het iodetum plumbicum in water bij + 20° C. te bepalen, werd het gewicht van 250 grammen gedestilleerd water inde kolf aangevuld, en na langdurig schudden op een klein filtrum het onopgeloste iodetum plumbicum verzameld. De hoeveelheid iodetum plumbicum op het filtrum teruggehouden woog, na de droging, 0,4 grm. Bij gevolg waren in 250 grm. water slechts 0,10 grm. iodetum plumbicum, alzoo 0,64 grm. op 1000 opgelost. 2. De onoplosbaarheid van het iodetum plumbicum inde zelfs zeer verdunde oplossing van iodetum kalicum werd op de volgende wijze bewezen. Van de verzadigde oplossing van iodetum plumbicum van de vorige proef, = 0,16 grm. in 250 grm. gedestilleerd water, veroorzaakte een enkele droppel oplossing van iodetum kalicum a 2/100 er een zeer duidelijk praecipitaat in, dat door toevoeging van 5 grammen van deze zelfde oplossing zeer overvloedig werd. Het gefiltreerde vocht werd niet merkbaar door sulphohydras ammonicus gekleurd. De schrijver overtuigde zich, dat water, bevattende l/4amo metallisch lood in salpeterzure oplossing, dooreen overvloed van iodetum kalicum nog een zichtbaar praecipitaat geeft, hoewel niet spoedig, terwijl het nauwelijks helder bruin gekleurd wordt door sulphohydras ammonicus. Hieruit besluit hij dat het iodetum kalicum eender beste reactiven is voor de oplosbare zouten van lood. (Journal de Fharmacologie en Bulletin de la Société de Pharmacie de Bruxelles. Septembre 1866.)
375