heid vruchten ; de bepaling van het gehalte aan zuur geschiedde door titrering met normale sodaloog en wel, daar het appelzuur in alle ooftsoorten als het meest verbreidde voorkomt, is het vrije zuur als appelzuur-hydraat berekend geworden.
De suiker- en zuurbepalingen werden ondernomen met de onmiddellijk geplukte rijpe vruchten en daarna herhaald met dezelfde soort van vruchten, welke gedurende 5 dagen, op eene voor de direkte zonnestralen beschutte plaats gelegen hadden. Het spreekt van zelf, dat de ooftsoorten gedurende den tijd der bewaring aan gewicht verloren hadden; de kersen b, v, 21,3 pet. enz. Het suiker- en zuurgehalte is met in achtneming van dit waterverlies berekend. Kersen Keren Kruisbeziën versch. na 5 versch. na 5 versch. na 5 dagen, dagen. dagen. Suikergeh, in proc. 8,15 7,99 6,65 7,2 5,0 6,1 Zuurgehalte in proc. 2,11 1,00 0,17 0,06 2,2 0,2 In het algemeen volgt hieruit, dat het suikergehalte bijna in alle gevallen door nederlegging vermeerderd is; de kersen maken hierop alleen eene uitzondering, bij welke dit gehalte hijna onveranderd gebleven is. Zulks kan wei daaraan toegeschreven worden. dat er gedurende den duur van het leggen op eenige kersen schimmel is ontstaan , waardoor eene gedeeltelijke vermindering van suiker veroorzaakt werd. Eene vermindering in het zuurgehalte is in elk geval bij deze Vrucht waar te nemen. Het voor suiker verkregen getal, gedeeld doordat voor bet vrije zuur bekomen, geeft het onderscheid aan, dat de vruchten door leggen hebben ondergaan: Yersch. Na 5 dagen. Kersen 3,8 7,99 Peren 39 120 Kruisbeziën 2,3 30 (Buchner’s neues Repertorium, 1866. No. 9 en 10.)
373