Chloretum cupricum ter onderkenning van goud.

Wordt een weinig oplossing van chloretum cuprieum op echt goud gebracht, zoo blijft de oppervlakte zuiver, terwijl zij op eene alliage, of op goud gelijkend metaalmengsel eene bruine vlek voortbrengt. (Journal de chimie médicale, Oct. 1866.) Over de conservering van vleesch met azijn; door prof. dr. August Vogel. Doorbet inzouten wordt uit het vleesch, zoo als Lie big gezegd heeft, niet alleen water ontnomen , maarde pekel bevat zeer gewichtige voedingsstoffen in niet onbeduidende hoeveelheden, welke tevens verloren gaan voor het voedingsvermogen van het vleesch. Behalve de pekeling moet ook de behandeling van het vleesch met azijn of azijnzuur als een bruikbaar middel beschouwd worden , om vleesch ook in het groot te conserveren , wanneer men op den voorgrond stelt, dat de toetreding der lucht moet worden afgesloten. Intusschen ondervindt men hier, evenals bij het inzouten , het nadeel, dat het vleesch door inlegging in azijn uitgeloogd en alzoo vaneen gedeelte van zijn voedingsvermogen beroofd wordt. Over deze uitlooging van het vleesch met azijn heeft Vogel in zijn laboratorium onlangs eenige proeven genomen , waardoor men in staat gesteld wordt over den graad van dit verlies van voedingsvermogen eenige gevolgtrekkingen te maken. Deze onderzoeking had betrekking tot bepaling van het gehalte aan azijnzuurhydraat inden azijn door langdurige behandeling met vleesch, op de vermeerdering van het vaste overschot en eindelijk op het stikstofgehalte van den azijn voor en na de onderzoeking. Yoor deze proeven werd opzettelijk de gewone vruchtazijn IV. S., 2e J. 24

369