Gekristalliseerde phosphorus.
Hi 11 or f heeft (Mechanic. magazine, Juli.) eene nieuwe allotropische modificatie van den phosphorus ontdekt, waarin dit lichaam meer overeenkomst dan ineen zijner vroeger bekende modificaties aanbiedt met de metalen van de groep der enkelvoudige lichamen waartoe het behoort. Daar hij namelijk zag dat dit enkelvoudig lichaam inden amorphen of rooden toestand door warmte vervluchtigde zonder te smelten, evenals zulks het arsenik doet, trachtte hij deze variëteit van den phosphorus in kristalvorm te bekomen , inde hoop dat dit lichaam dezelfde vorm zou aannemen als de metaalaardige elementen van de groep waartoe het behoort, namelijk het arsenik, stibium en de bismuth. Dit is hem volkomen gelukt. Hij paste de eigenschap, die het lood bezit, om de amorphe phosphorus bij hooge temperatuur op te lossen en dit lichaam bij bekoeling weder onveranderd af te scheiden, toe op zijn kristallisatie. Hij bracht de phosphorus en het lood in eene buis van dik en hard glas, welke hij vervolgens luchtledig maakte en ze daarna dicht smolt. Deze buis werd in eene andere van ijzer gebracht, welke aan het uiteinde met eene plaat gesloten kon worden. De ruimte tusschen de glazen en de ijzeren buis werd met magnesia aangevuld en deze toestel gedurende acht a tien uren verhit, ineen lamp met vijf Bun se n’sche branders. Ha de bekoeling vindt men de phosphorus op de oppervlakte van het lood inde gedaante van gestreepte prismatische platen van vele millimeters lengte en gekromd even als tulpenbladen. Zij bezitten metaalglans, zijn bij reflexie zwart en rood bij transmissie en worden inde lucht niet veranderd. De smeltbaarheid van het lood is daardoor veel verminderd , en als het op nieuw gebruikt wordt, bewerkt het veel gemakkelijker dan de eerste keer de kristallisatie van den phosphorus. De kristallen van phosphorus zijn eveneens in het lood verspreid en men kan ze niet ontdekken dan door het lood door te
365