een weinig water en verwarmt boven een spirituslamp. Hierin brengt men eenige snippers van het te onderzoeken papier. (D ingl er ’s polytech, Journ, Bd. 167: 76. 2.) Cultuur en toebereiding van den Rhabarber in China; door dr. F. J. Farr ein Cantab. De schrijver heeft de volgende opgaven over den oorsprong en juiste groeiplaats van Rheum Chinense ontleend aan een Chineesch werk „het Chineesch herbarium” (Pun-tsan) genaamd , hetwelk zelf een ander werk {Bieh-luh) citeert, welk werk hem door bemiddeling van den heer Lockhardt van den heer John Q-riffith, missionaris te Hankow werd bezorgd. Dein deze boeken vermelde schrijvers heeteu : ffu-pu, Tau-hungking, Kung, Su-sungen S u n g – Ki. De Ehabarberplant groeit inde provincies Shan-si en Shensi, welke provincies oostelijk en westelijk van de gele rivier in het bovengedeelte van haren loop gelegen zijn eer zij zich 'westelijk naar de gele zee richten. Een harer beste groeiplaatsen is Lung-si inde provincie Shen-si. Zij groeit ook in Chil-li en andere noordelijken gelegen streken in Kan-su, dat aan Mongolië grenst, ten noorden van de zee Koko-nor en in het Nau-Changebergte, alsmede overal op de hooge bergen der provincie Sz-chuen (of Si-chwan), welke ten oosten van Thibet en 300 tot 400 mijlen noordoostelijk van het noordelijk einde van Birmah gelegen is. De Ehabarberwortel gelijkt op de Chinesche aardappel of den witten broodwortel (Dioscorea Batatas). Hij is één tot twee voeten lang (1). Hij is bedekt met eene zwarte schil, zacht en vochtig en bevat een geelachtig sap. De plant ontplooit hare bladeren inde eerste of tweede Chinesche maand (2). De nog niet ontplooide bladen der Sz-chuen plant zijn (1) De Chinesche voet bedraagt ongeveer 13 duimen. (3) De Chinezen tellen naar maanmaanden, waarvan de eerste in Februari of Maart aauvangt.
310