Extractum Malthi.
Cai 11 oud geeft ter bereiding van dit extract het volgende voorschrift: ïot grof poeder gebrachte, stofvrije mout wordt met water sterk bevochtigd ineen deplaceervat (suikerbroodvorm) gebracht en met koud water geëxtraheerd en levert circa 30 procent vaneen goed smakend, helder extract op, dat bij de consistentie van suikersiroop gekomen door colering bevrijd wordt van gecoaguleerd eiwit. Volgens May er is de volgende wijze beter: Gekiemde mout wordt met Smaal zooveel water van 25° E. geweekt, dan langzamerhand en onder vlijtig omroeren op 45°, hoogstens 50° gebracht. Bij deze temperatuur bekomt men, altijd zoo lang vlijtig roerende, tot eene kleine hoeveelheid er van, na bekoeld te zijn, met iodiumtinctuur, niet meer blauw of violet, maar even geel wordt. Men verwarmt nog tot 60° en perst uit. De terugblijvende mout wordt nu in eene driedubbele hoeveelheid kokend water geroerd, nog eenigen tijd gekookt en andermaal uitgeperst. De vereenigde vochten worden eenigen tijd gekookt, tot dat de albumin gestremd is. Bij eenige opmerkzaamheid bekomt men na filtratie eene schoone heldere oplossing. Ter vermijding van gisting voegt men 3°/0 hop, alzoo 1 lood op 1 pond mout bij het opkoken van het uittreksel toe, waardoor men een zeer goed gehopt extract bekomt; of men neemt l/2V lignum sassafras , waardóór de smaak van het uittreksel bijna niet veranderd wordt. Beide schrijvers hebben een verschillend gevoelen omtrent den aard van het bekomen product; Cai 11 oud verlangt naar streng pharmaceutische begrippen een koud bereid moutextract; Mayer daarentegen bekomt een praeparaat, dat men den naam „gehopt” moet geven en dat deze samenstelling zeker verschuldigd is om het met het Hoffscbe product te doen overeenkomen. (Pharm. Zeitschr. f, Ruud. 1866, p. 461.)
281