peratuur, zoo varieert het te voorschijn komen van de eene of andere nuance. Het is hoogst opmerkelijk, dat de opvolgende reeks der op elkander volgende kleuren juist overeenkomen met de opvolging der kleuren in het prismatisch spectrum. Laat men de zinkplaat langer dan 8l/2 minuten inde verwarmde, slechts 10* C. warme oplossing verwijlen , zoo verdwijnt de laatstgenoemde purperroode aanloopkleur en in haar plaats ontstaat dan op nieuw, naar den langen duur, de eene of de andere der vroeger genoemde kleurnuancen , doch steeds van geringer intensiteit, tot dat eindelijk na dagen lange indompeling van het zink dit overdekt wordt mét eeh dik bekleedsel van wankleurig koperoxydul. Spoelt men het zinkblik ,1 na het de eene of andere verlangde kleur te hebben medegedeeld , door het snel uit de vloeistof te halen, recht behendig in water en droogt het zorgvuldig, zoo bekomt men eene overdekking van groote kleurenpracht en die zich de zinkindustrie wei zal weten te nutte te maken. Het zal nog moeten onderzocht worden of zich deze schoone kleuren op het zink dooreen geschikt lak zullen laten bestendigen. {Journal für prakt. Chemie 1866, N. 9.) Over eene albuminachtige fermentzelfstandigheid inde urine. Volgens onderzoekingen van Béchamp bevat de normale urine van gezonde menschen eene proteïnachtige zelfstandigheid, die in staat is amylum in suiker om te zetten. Vermengt men normale, zorgvuldig gefiltreerde urine van gezonde menschen met 2 ot 3 volumen alcohol van 88 a 90 pCt., zoo ontstaat dadelijk een vlokkig praecipitaat, dat op een filtrum verzameld en goed met alcohol van 75 pCt. uitgevvasschen, een mengsel is van eene eiwitachtige stof en phosphorzure aarden. Het praecipitaat uit 1000 C. C. urine bevat daarvan 0.3 tot 0.65 grm., welker
258