een grooter oplossend vermogen bezit dan de carbonas natricus en dat eene oplossing van 50 grein in 20 oneen water het sterkste oplossingvermogen bezit. Bij een grooter zoutgehalte wordt de oplosbaarheid door het ontstaan eeuer korst van biuraten (?) vertraagt, bij geringer zoutgehalte wordt de oplosbaarheid betrekkelijk zwakker. De oplossingen van concrenienten is niet afhankelijk van de hoeveelheid potaschoplossing, want 3—6 pinten dezer oplossing bezitten geen grootere werking dan B—ls pinten gedurende 24 uren genomen. Worden in 3—B pinten der zoutoplossing bij de temperatuur van het menscheiijk lichaam urienzure steenen gemacereerd , zoo worden hiervan 10—20 pCt. opgelost. De alealische hoedanigheid der urine wordt het doelmatigst door citras kalicus bewerkt, daar het bekend is dat plantaardig zure alcalizouten in do digestie-wegen in koolzure zouten veranderen. E. ober t s beveelt eene oplossing aan van 40 grein citras kalicus in 6 oneen water Hij bracht do urine vaneen persoon die groote giften citras kalicus gebruikt had , met een urienzuur concrement van 180 grein bij de bloedvvarmte in aanraking. Na verloop van 21 uren was het eoucrement reeds 12% grein verminderd. Bij ammoniakale urine is de genoemde behandeling niet aan te wenden , daar het oplossend vermogen alsdan verdwijnt en het concrement zich met phosphaten overdekt. Doch ook bij zure urine is die behandeling vruchteloos , als de steen uiteen zuringzuur-zout bestaat, of wanneer hij een zeer groote urienzure steen is. De behandeling bestaat daarin, dat men de urine voortdurend alcalisch houdt en men daarmede ophoudt als zij ammoniakaal is geworden. Cystin wordt nog gemakkelijker opgelost dan een uraat. (Hager’s Pharmaceutische Centralhalle 1866, N. 25.)

256