Al de scheikundigen weten hoe snel en volkomen in sommige gevallen de praeeipitatie der metalen het eendoor het andere in zoutaardige oplossingen plaats heeft. Onderscheiden toxicologen, getroffen door de juistheid van deze reactie en van zijne gemakkelijke wijze van uitvoering, hebben deze bij herhaling aangeprezen voor de toxicologische opsporing van zekere metalen. Wij noemen alleen de praeeipitatie van het arsenik door koper (methode van Bei n s c h), die van het kwik door tin of koper, van het koper door ijzer of zink, die van het antimonium door tin enz. Deze verschillende wijzen leveren echter twee gewichtige bezwaren: 1. vereischt de opsporing van elk vergiftig metaal eene afzonderlijke behandeling inde aanwending van een verschillend metaal voor de praeeipitatie; van daar ontstaat de noodzakelijkheid van talrijke handgrepen en het noodzakelijk verlies van eene altijd betrekkelijk groote hoeveelheid van de zelfstandigheid die aan de expertise onderworpen wordt, ten behoeve dezer voorloopige onderzoekingen; 2. het inbrengen inde vloeistoffen die aan de ontleding moeten onderworpen worden van dikwijls zelf vergiftige metalen , zoo als koper en zink, brengen in sommige gevallen den scheikundige expert inde volstrekte onmogelijkheid te onderzoeken of de vergiftiging niet juist is te weeg gebracht door het metaal dat hij als middel van praeeipitatie heeft aangewend, en dat voor een gedeelte inde te ontleden vochten is opgelost. Bestond er nu een metaal, dat volstrekt alle vergiftige eigenschappen miste , en door den expert zonder vrees zelfs in overvloed inde vochten kon gebracht worden, en dat tevens de eigenschap bezat om al de metalen te praecipiteron, waarvan de zouten door de misdaad als middel van vergiftiging worden aangewend, dan lijdt het geen twijfel of dit metaal zou de onderzoekingen der gereehtelijke Scheikunde buitengewoon bevorderlijk zijn. Naar het oordeel van den schrijver bezit het magnesium al deze voordeeleu en schijnt geroepen te zijn om de grootste diensten op dezen weg te bewijzen.
247