metaalverbindingen blijft de expert, nadat hij de ingewanden of iedere andere organische zelfstandigheid die aan zijn onderzoek is onderworpen , op scheikundigen weg heeft vernietigd , ten slotte in het bezit van eene grootere of kleinere hoeveelheid vaneen zout- of zuur vocht, waarin hij alsdan dikwijls uiterst geringe hoeveelheden van eenig vergiftig metaal moet aantoonen en bepalen. Yan welk ontledingsmiddel ter vernietiging der organische stoffen men nu ook gebruik gemaakt heeft (zwavelzuur, chlorium, koningswater), zoo is dit vocht dat men overboudt altijd nog zeer samengesteld. Afgescheiden van de vergiftige zelfstandigheid die het kan bevatten , zijn er altijd groote hoeveelheden soda, kalk , magnesia , phosphorzuur , zoutzuur enz. in aanwezig; terwijl dit vocht, hoewel het kleurloos of weinig gekleurd is , inde meeste gevallen nog eigenlijk gezegde organische zelfstandigheden bevat, afkomstig van de werking op de organen van zulke krachtige agentia als het chlorium, koningswater en salpeterzuur.

Nu is het zeker mogelijk, met behulp van reagentia, zoo als sulphidum hydricum, sulphohydras ammonieus enz. in de meeste gevallen tot de onderkenning en afzondering van het metaal, waardoor de vergiftiging geschied is, te komen; maar, behalve dat deze methoden, zelfs inde meest geoefende handen , slechts een beperkte graad van gevoeligheid bezitten en zelfs somtijds onvermogend zijn, ten gevolge alleen van de samengesteldheid van het vocht dat men aan de analyse onderworpen heeft, zoo wordt de expert noodwendig genoodzaakt eene groote hoeveelheid van het beschikbare vocht te moeten aanwenden tot voorloopige beproevingen en onderzoekingen , ten einde de soort van vergif te weten te komen. Het gebruik van de electrische zuil door de uitstekendste toxicologen aangeraden, om de giftige metalen die in deze vochten vervat zijn, te isoleren en te praecipiteren , levert altijd onvolledige resultaten op en de ondervinding van deze methode heeft geleerd, dat mocht ook ai de theorie ten hare gunste spreken, de praktijk bij de bewerking veel te wenschen overlaat.

246