Van den schrijver met elkander zeer in tegenspraak zijnde Punten op , die bij in het belang der wetenschap zal be°ordeelên , uit welk gezichtspunt hij tevens sommige punten Zal aanstippen , waarin hij ook van het gevoelen van Bat- r i m o n t verschilt. Ouder de oorzaken van de ontkleuring Van het iodetum atöyli onder den invloed der warmte neemt Personae aan: »de verdwijning vaneen gedeelte van het iodium dat in eene soort van nog onbekende verbinding met het amylum gebeden is ter vorming eener kleurloze oplossing, die men "’eder blauw kan doen worden , door de toevoeging van ohlorium of acidum nitricum. Personiie releveert hier eene meening, vroeger reeds <loor Col in en G-aultier deCHaubry omhelsd en daarvan Lassaigne de weinige gegrondheid aan toonde. Hét Sc’uijnt den schrijver, vooral volgens de proeven door hem in ■*Bs2 bekend gemaakt, vast te staan , dat dit gedeelte van *,et iodium, in plaats van met het amylum eene kleurloze '’crbinding aan te gaan , overgaat inden staat van acidum hydriodicum , waarvan de aanwezigheid in het stijfselbevattend vocht wordt aangeduid door het lakmöespapief, het chlorium, het acidum nitricum en door al de reactiven van het acidum hydriodicum. Men zou gemakkelijk deze beweringen kunnen controleren , als men, in plaats van proeven te nemen óp zeer verdunde oplossingen van iodetum amyli, zoo als vele ondérÏQekers ten onrechte gedaan hebben , zoo lang eene oplossing Van eenige grammen iodetum amyli aan eene koking onderwerp, tot dat de blauwe kleur niet meer na bekoeling terug kwam. De vorming van acidum hydriodicum inde eenige oogenblikken kokend gehouden oplossing van iodetum amyli, is de aandacht wel waardig. Het is om dit feit, dat door den schrijver, alsmede door en Gruibourt waargenomen en in 1865 6veneens door Pay en bewaarheid gevonden , door Per-B°n n e over het hoofd gezien is 6n hem daardoor er toe *
227