een metaalprotoioduur te bekomen dat het goud, in aanraking met het vrije iodium gebracht, aantast. Is dus het iodium al zonder werking op het goud, wanneer het in vrijen toestand of in substantie er mede i° aanraking is, zoo gedraagt het zich anders als het zich i° statu naseente bevindt. Van dit feit uitgaande meende ie schrijver dat het zelfs mogelijk zou zijn het goud doo( acidum hydriodicum te kunnen aan tasten , omdat het zuur eene voldoende geringe standvastigheid bezit om langzamer* hand zijn iodium los te laten. En dit heeft inderdaad plaats en zelfs zeer voldoende met behulp van aether' Wanneer men gas acidum hydriodicum in watervrijen waterhoudende aether voert, waarin zich bladgoud bevindt> of wanneer men goudblad in waterig acidum hydriodicn®1 plaatst waarbij men aether gevoegd heeft, zoo zal de opl°9' sing stellig plaats vinden en de oplossing zal eene zeker0 hoeveelheid goud bevatten. Uit bovenstaande volgt dus dat het getal der oplosmid' delen voor goud grooter is dan men tot heden gedacht heeft' Onder deze categorie moeten gerangschikt worden: 1. De drie klassen van verbindingen door den achrijvet vroeger reeds beschreven onder den naam van perchlorur#1 ’ perhromuren en perioduren en die behooren tot de groep vfllJ lichamen doorDumas in 1828 „composés singuliers" genoemd 2. De weinig standvastige mquicldoruren, sesquibrorn en mquiiodurcn, vooral als zij in aanraking zijn met e0l) oplosmiddel zoo als de aether. 3. Het iodium in statu naseente. (Vlnsiitut 1866, No. 1682.) Bepaling van het phosphorzuur; door Brassiel' De bepaling van het phosphorzuur in verbinding met k ijzeroxyd, aluinaarde, wekt in hooge mate de van den landbouw, omdat het phosphorzuur inde vruchtP
214